De kern van kerk-zijn: ontmoeten (ook met kinderen)
Interview met Schelto Kruijff

Vanuit corona-voorzorg wordt het interview afgenomen in de relatief grote ruimte van een vergaderzaal. Aan het woord is Schelto Kruijff (1977), in het dagelijks leven chirurg oncoloog in het UMCG en als kerkganger actief betrokken bij de oecumenische vieringen voor Student en Stadjer, zoals die wekelijks om 11:30 uur plaatsvinden in de Martinikerk.

Hans van der Veen
stadjer12-2jpg.jpg

Hoe kwam je zo terecht bij de vieringen in de Martini?

“Als jongste van een gezin heb ik gestudeerd in Groningen, maar ik ben opgegroeid in Rijpwetering, vlakbij Leiden. Met mijn ouders bezocht ik de vieringen van de Leidse Studenten Ecclesia die plaatsvonden in de Hooglandse Kerk te Leiden. Toen ik met Annelies in 2006 in Groningen belandde in verband met een opleiding als chirurg, zijn we op een dag de Martini binnengelopen. Dat bleek een feest van herkenning qua muziek, opbouw van liturgie en kwaliteit van overwegingen. En ook de studentenoorsprong was voelbaar: ruimte voor experiment, durven af te wijken van gebaande paden.”

Uit de tijd ‘voor corona’ weet ik dat jullie de kinderen vaak meenamen. Hoe beleven zij de gang naar de Martini?

"Als kind groeide ik op in een vrijzinnig nest en mocht ik mee naar de Hooglandse Kerk; ik werd niet verplicht. En zo geven Annelies en ik op onze beurt onze kinderen ook de ruimte. We zeggen wel dat we het wel leuk zouden vinden als ze meegaan. Kinderen houden van ritme en regelmaat en die beide zijn ook goed voor ze. Maar als kinderen ouder worden, gaat dat ‘meegaan met je ouders’ natuurlijk vroeg of laat schuren. Nu komt de vraag: ‘moet ik mee?’ ‘Nee, maar ik zou het wel leuk vinden’.

 "Wezenlijk onderdeel van kerkgang is het ontmoeten van mensen. In andere verbanden ontmoet je doorgaans mensen met dezelfde focus: op de voetbalclub is ieder gefocust op voetbal. De kerk is laagdrempelig en daar is iedereen welkom. Je treedt de ander met open vizier tegemoet. Het is nog een van de weinige plekken waar je je kunt laten verrassen door wie je ontmoet en dat is een belangrijk gegeven. In relatie tot kinderen zijn woorden relatief zwak en kun je beter voorleven. Hoe je feitelijk handelt als ouder, wordt veel sterker opgepikt door kinderen. Zeker als het om onvoorbereide ontmoetingen buitenshuis gaat. Dan kijken kinderen doorlopend naar je en slaan alles op. Dat vormt en geeft een kind een open houding.

 “Ook een belangrijk kenmerk van de viering: de tijd stilzetten. Even niets. Even rust en tijd om over dingen na te denken, geholpen door iemand die je denken op gang brengt. De vieringen in de Martinikerk zijn voor ons ook vaak opstapjes voor gesprekken met kinderen over bepaalde onderwerpen die tijdens de dienst of in de kindernevendienst aan de orde zijn gekomen. En niet overal komen antwoorden op. De vragen stellen waar het om gaat is belangrijk, en met die vraag blijven stoeien.”

 Hoe ondergingen je kinderen de ‘kerkgang’ tijdens het verplichte thuisblijven door corona?

“Omdat ook school via scherm verliep, waren de kinderen al snel ‘schermmoe’. We hebben er dan ook vaak voor gekozen om de digitale uitzending te onderbreken en iets in dezelfde sfeer met de kinderen te gaan doen, bijvoorbeeld door een bijbelverhaal of een uitdagend artikel voor te lezen en ze daarop te laten reageren. Kinderen hebben interactie nodig. Juist dat ontwikkelt hersenen op die leeftijd. We hebben zo’n fase gehad dat kinderen om de dag naar school mochten. Aan het licht in de ogen van mijn kinderen kon ik zien of ze naar school waren geweest of niet. Ik heb begrip voor docenten die het virus spannend vinden, maar de risico’s worden steeds kleiner en schoolgang is voor kinderen onmisbaar.”

 Je bent een wetenschapper; hoe ga je om met rationaliteit van de wetenschap tegenover de non-rationaliteit van religie?

“Als kind verbaasde ik me al over de vermeende tegenstelling tussen Bijbel en wetenschap. Ze zijn goed verenigbaar. Natuurlijk ontdekken we als wetenschappers het een na het ander, maar met elke nieuwe vinding doemen er weer tien nieuwe vragen op. Soms denk ik wel eens dat daar iemand op een wolkje zit te schaterlachen als er weer eens een ontdekking wordt gedaan. Wat we vinden staat in geen verhouding tot datgene wat we nog altijd niet weten. Natuurwetten worden in het ziekenhuis ook continu getart. Wetenschap en religie kunnen elkaar goed aanvullen. Ik zie wetenschap als een kijkje in de magistrale keuken, maar begrijpen doe ik er niets van.”

 Wat zijn naar jouw idee de gevolgen van corona voor de kerk?

"Wat vervalt wordt ook weer vervangen. Vormen veranderen wel. Er zal ook verlies zijn, financieel en in ander opzicht, maar wat wel een winstpuntje is, is dat ik – en met mij ook anderen – gemerkt heb dat ik met name ‘de ontmoeting’ bij de kerkgang gemist heb. Onlangs mocht ik een collectedoel toelichten en was ik een van de weinigen die fysiek aanwezig was in die prachtige Martinikerk. Dat was heerlijk. Toch blijft het meest wezenlijke van de kerkgang mijns inziens het ‘ontmoeten’. Steeds meer mensen blijven weg uit de kerk vanuit minder geslaagde herinneringen uit het verleden. Ik hoop dat ze ontdekken dat die beelden zich ook hebben geëvolueerd en dat kerkzijn nu anders is dan dertig tot veertig jaar geleden.

 “Toch leent het fenomeen Kerk zich minder goed voor PR omdat geloof ook iets persoonlijks is. Jaren geleden voerde het Remonstrantse broederschap wel een landelijke reclameactie door overal posters te hangen met de titel ‘Mijn God…’ waarop iets volgde als ‘is een superoptimist’ of ‘doet niet aan dogma’s’. Het was moedig en uitdagend, maar menigeen voelde zich er ook wat ongemakkelijk onder. De vraag voor mij blijft steeds meer: wat doe ik zelf om mee te helpen overeind te houden wat ik zelf als belangrijk ervaar: de vieringen in de Martini?”

 

Schrijf je in voor de nieuwsbrief