Als een vis in het water…
Column Stadspredikant18.JPG

Sinds 1 september heb ik het voorrecht Stadspredikant te zijn in Stad namens de Protestantse Gemeente Groningen. De titel bleek de afgelopen maand tot de verbeelding te spreken. Al snel stonden er interviews in landelijke en regionale media. Die leverden veel positieve reacties en goede wensen op, vooral via de mail, Facebook en WhatsApp. Met name Kazach- en Russische vrienden reageerden opvallend enthousiast. Een appje van een Oezbeekse vriend maakte duidelijk hoe dat kwam: ze dachten dat ik burgemeester van Groningen was geworden. Blijkbaar had Google Translate moeite gehad met de vertaling van het woord ‘Stadspredikant’.

Nu moet ik bekennen dat ook ik in gesprek met journalisten en anderen naar woorden moest zoeken om uit te leggen wat het Stadspredikantschap inhoudt. Natuurlijk ligt er een taakomschrijving en zijn er afspraken gemaakt met de PGG. Toch deden de scherpe vragen van de pers mij beseffen dat zo’n functie meer is dan een optelsommetje van activiteiten. Men wil weten wie je bent, wat je beweegt en bij wie je hoort. Je moet met de billen bloot; in de woorden van de Canadese dominee Eugene Peterson: “als een goudvis durven zwemmen in een vissenkom”. Daar zegt hij niet mee, dat dominees opnieuw pastorieën als glazen huizen gaan bewonen. Het gaat hem erom dat we een open en kwetsbare levenshouding ontwikkelen. Vanuit die houding anderen leren kennen en onszelf durven laten kennen. Daar zijn veel rondjes ‘zwemmen’ in de kom voor nodig.

Ik ga de komende tijd veel rondjes fietsen in de bebouwde kom van Stad. Mensen leren kennen en mezelf laten kennen als vertegenwoordiger van de PGG. Vorige week zag ik burgemeester Koen Schuiling twee keer op de fiets voorbijkomen in Stad. Burgemeesters die veel op de fiets zitten, Stad en ambt dicht bij elkaar houden, worden burgervaders of -moeders. Ik ga hetzelfde doen. Ik hoef daar niet per se kerkvader van te worden. Hopelijk wel een beetje een geestelijke vader, die de PGG als een geestelijk thuis vertegenwoordigt. Dat zou toch mooi zijn…

Tot ziens in Stad,
Ds. Pieter Versloot

Schrijf je in voor de nieuwsbrief