De geboorte van het Reformatorisch Dagblad aan een Driebergense keukentafel

 In Kerk in Stad van 5 juni jl. stond een leuke Bij de Tijd van Jan Wijbenga met als titel ‘Krant en geloof’. Als eerste legt hij het Reformatorisch Dagblad (RD) onder de loep. Het sprak mij extra aan omdat dit dagblad destijds bij ons in huis werd opgericht.

 

Gé den Boer

Het was ongeveer 1964/1965 dat er bij een steeds groter deel van behoudend-reformatorisch Nederland onvrede ontstond over de toenmalige kranten. Bijna iedereen las dagblad Trouw. Men vond echter dat deze krant steeds minder christelijk werd. Toen er een polio-epidemie uitbrak, met name op de Veluwe, en velen zich om godsdienstige redenen weigerden te laten vaccineren, lieten de kranten – en dus ook Trouw – zich daar spottend over uit en maakten bovendien foto’s van een demonstratie op zondag bij een kerk in Elspeet. De maat was vol.

Een aantal mensen – waaronder mijn vader – nam het initiatief om een nieuwe krant op te richten. De eerste vergaderingen werden bij ons thuis in Driebergen gehouden. Al vrij snel werd de Stichting Reformatorische Publicatie (SRP) opgericht, waarbij er nauwlettend op moest worden toegezien dat alle kerken daarin vertegenwoordigd waren. Dat was soms een hele puzzel, want het lag o zo gevoelig.

Op hele noten

Er werden voorlichtingsbladen gedrukt, met daarin een bon om zich alvast als potentiële abonnee op te geven, en via de kerken verspreid. Tevens konden toezeggingen worden gedaan om aandelen te kopen. Door de hele Biblebelt werden voorlichtingsbijeenkomsten gehouden. Die verliepen altijd volgens een bepaald patroon. Mijn vader, als voorzitter van de stichting, of een ander bestuurslid opende. Daarna werd mededeling gedaan over de gang van zaken, zeg maar de voorlichting. Vervolgens kwam de penningmeester aan het woord die steevast eerst Lukas 14 vers 28-30 las en daarna Psalm 127 vers 1 (berijming 1773) liet zingen, uiteraard op hele noten en niet te vlug. Tenslotte was er een aanwezige predikant uit de omgeving die natuurlijk nog een stichtelijk woordje moest spreken.

Daar de reformatorische hoek aan elkaar hing van uiterlijkheden en bijzaken, die vaak net zo belangrijk zo niet belangrijker waren dan de hoofdzaken, was het oppassen geblazen wat er in de voorlichtingsbladen werd afgedrukt. Zo stond er eens een advertentie van een modezaak in met een foto van een dame in een iets te korte rok, net boven de knieën. Dat kon toch echt niet, vond men.

Niet lang voordat de krant zou verschijnen werd er een Raad van Toezicht opgericht, ook daar uiteraard weer lettend op de kerkelijke bloedgroepen. Eigenlijk kon de SRP toen worden opgeheven, maar dat gebeurde niet, want die moest gaan fungeren als een soort waakhond. Het werd er een die flink kon bijten. Ooit zou de directeur van het RD uitroepen, na allerlei vroom gezever: “Zó kan ik geen krant uitgeven!”

Gluren bij de kandidaat

Na jaren vergaderen en ploeteren en – al dan niet terecht – bakken van kritiek over zich heen te hebben gehad, was het op een gegeven moment bijna zover. In verschillende kerkbladen werden sollicitatieadvertenties geplaatst voor een directeur en hoofdredacteur. Maar die moesten vanzelfsprekend wel reformatorisch genoeg zijn. Voordat er een sollicitatiegesprek kon plaatsvinden moest er soms iemand uit de omgeving van de kandidaat gaan gluren of hij – een zij was nog niet aan de orde – televisiebezitter was. Zo ja, dan werd de beste man niet eens uitgenodigd voor een gesprek.

Uiteindelijk werd de heer K. Bokma, topverkoper, aangesteld als directeur. Het zou een kei van een directeur blijken. De eerste hoofdredacteur was drs. C.S.L. Janse. Er werd een kantoor aangekocht aan de Korenstraat in Apeldoorn, komisch genoeg vlak bij een seksshop. Wat betreft het uiterlijk van de medewerkers was men heel kritisch. Dames mochten geen pantalon dragen en heren met een baard werden verzocht deze af te scheren. Een snor was weer wel toegestaan.

Het eerste nummer

Op 1 april 1971 verscheen het eerste nummer van het Reformatorisch Dagblad. Zie de foto. Ik meen dat er toen 15.000 abonnees waren. Frappant was dat juist in dat eerste nummer slechts één rouwadvertentie stond en die was van mijn opa van vaderskant.

Eind jaren tachtig was het kantoorpand te klein geworden en werd er een nieuw pand gebouwd aan de Laan van Westenenk in Apeldoorn, pal naast drukkerij Wegener, de toenmalige drukker van het RD. Wegener drukte al meerdere dagbladen. De opening werd verricht door Prins Claus.

Op zondag gesloten

Men was destijds ook heel kritisch over wat er bijvoorbeeld in rouwadvertenties mocht staan. Als er ‘Here’ stond in plaats van ‘Heere’ werd de familie gebeld en gevraagd of er misschien een e bij mocht. Bijbelteksten in de NBG-vertaling werden geweigerd, of de familie moest ermee instemmen dat het Statenvertaling werd. Advertenties waarin melding werd gemaakt van een crematie werden, na overleg met de familie, ingekort of niet geplaatst. Waar je een bedroefde familie al niet mee kon lastigvallen.

Advertenties van lingerie en badkleding waren uiteraard uit den boze. Verzekeringsmaatschappijen vingen eveneens bot. Verzekeringen vond men toen, net als vaccinaties, in strijd met de voorzienigheid van God. Ook de zondagsheiliging was heel belangrijk. Het redigeren van de maandagkrant begon pas op maandagmorgen na 00:00 uur. Zelfs nu nog worden geen advertenties opgenomen van bedrijven die vermelden dat zij ook op zondag geopend zijn.

Kijkkast van de duivel

Radio- en televisieprogramma’s waren eveneens uit den boze, net als sportverslagen. De televisie had het predicaat ‘kijkkast van de duivel’. Voetballers ‘godenzonen’ noemen was vanzelfsprekend mensverheerlijking ten top. Bovendien beriep men zich op 1 Timotheüs 4 vers 8 waar staat: “Want de lichamelijke oefening is tot weinig nut (…).”

Wat je ook van het RD mag vinden – het is al jaren mijn krant niet meer – er werken dagelijks tweehonderd enthousiaste mensen om momenteel zo’n kleine vijftigduizend abonnees te voorzien van een kwaliteitskrant. Het Reformatorisch Dagblad, onderdeel van de Erdee Mediagroep, is nog steeds geheel zelfstandig. Dat geldt overigens ook voor het Nederlands Dagblad, Het Financieele Dagblad en de Barneveldse Krant. Alle overige Nederlandse dagbladen zijn inmiddels in handen van het Vlaamse Mediahuis, dat duidelijk de (politieke) inhoud bepaalt.

www.rd.nl

reformatorisch-dagblad-rd-1e-jrg-nr-1.jpg

Schrijf je in voor de nieuwsbrief