Wat ruist er door het struikgewas…
Reinder de Jager

Wij wonen in een tot bungalowtje omgebouwde paardenstal achter de woonboerderij van mijn nichtje. Dat was destijds een noodgreep – geen woning te vinden die bij ons inkomen paste en nu, na twaalf jaar, is het nog steeds een noodgreep, om dezelfde reden; maar dan wel een gouden noodgreep.

Ons stulpje is geen hutje op de hei, maar staat aan de rand van het grote terrein. Voor ons en naast ons en achter ons een en al groen. Mijn nichtje heeft een grote moestuin aangelegd, met ook appelbomen en vooral: bessenstruiken. Mijn vrouw heeft van de tuin die wij onderhouden, naast het huisje, een waarlijk groene oase gemaakt. Wat mijn aandeel daarin is? Voornamelijk dat ik ervan geniet. Genieten is voor mij hard werken. In de herfst en winter moet ik daarvan uitrusten, dan geniet ik niet. En vooruit: ik schrijf erover, nu, voor u.

Maar om die bessenstruiken gaat het. Mijn nichtje is een harde werker, maar de oogst van zwarte bessen is zó overvloedig dat zij er niet aan toekomt. Vorig jaar hebben wij in die oogsttijd aangeboden om elke dag, na het ontbijt en vóór de koffie, een uurtje bessen te plukken; mijn vrouw heeft mij daar met de haren bijgesleept, ook dit jaar weer. Vandaag zouden wij beginnen met dat zomers ritueel, maar na het ontbijt begon het te regenen. Dat wil zeggen, ik hoorde een druppel op de parasol neerkomen, keek hoopvol naar die ene wolk en sprak: “Dat wordt hem niet, vandaag”. Ik ben namelijk vreselijk lui van nature. Wij dronken dan eerst onze koffie, het werd droog en zowaar zonnig, en mijn vrouw: “Nu dan maar?” Hoewel dat tegen mijn principes inging, zomaar op een onafgesproken tijdstip een activiteit ontplooien, liet ik me overhalen.

Laarzen aan, vergiet en ijzeren schaal mee, de struiken in. Na zo’n malse regenbui, terwijl de zon de aarde verwarmt – kent u dat? Ik wist niet dat er buiten zulke geluks-geuren konden opstijgen. Weet u wel hoe zwartebessenbladeren, per ongeluk gekneusd als je de bessen van de struik af rist, geuren? Het liefst had ik de drukker een concentraat ervan meegegeven om door de drukinkt te mengen, dan rook u het ook. Maar misschien, hopelijk, zijn mijn woorden genoeg.

Tijdens het plukken – mijn vrouw is een stuk kleiner dan ik en doet het laaghangend fruit, gezeten op een krukje, en ik doe de rest, zonder te hoeven bukken – scharrelen de kippen en een eindje verderop een eenzame kalkoen, onder de struiken door. Ze pikken daar de verloren besjes op, en ook de witte spinnetjes van wie wij de rust verstoren. Om twaalf uur gaat het luchtalarm, herinnert aan niet zulke fijne dingen – maar als de kalkoen denkt dat zij geroepen wordt en met dat typerende geluid van haar antwoordt, lachen wij. Goedmoedigheid hangt als een nevel in de lucht. We kletsen wat, verstillen soms, zoals je dat ook hebt als de een afwast en de ander droogt.

Het kan, geluk. Wie schreef ook weer: “Het leven is vurrukkulluk”?

Fijne vakantie iedereen!

Column14
Cover nummer 14.JPG

Editie 14 - 2022

Lees meer Bekijk pagina

Schrijf je in voor de nieuwsbrief