Levinas, ‘Menselijke waardigheid’

In de vergadering in mei van de predikantenwerkgemeenschap Groningen-Gorecht bespraken we samen een essay van de filosoof Levinas. In dit theologisch artikel wil ik de betekenis van dat essay in bredere kring delen.

Jan Wilts
Kerk en Theologie14
Emmanuel Levinas

Emmanuel Levinas (1906-1995), Frans filosoof, Jood, geboren in Litouwen, werd als Frans krijgsgevangene in 1940 geïnterneerd in Duitsland. Dankzij zijn Franse paspoort en zijn rang in het leger (adjudant, hij was tolk) overleefde hij. Zijn familie werd vermoord in Duitse kampen – hij werd een overlevende. Hij noemt dat: “een ongerechtvaardigd voorrecht waarmee men moet leven”.

Humaniteit voorop
Levinas noemt zijn filosofie ‘joods denken’. Zijn denken kan ethisch genoemd worden in de zin dat het een filosofie is die om de relatie van ‘de ander tot mij’ gaat. Die relatie is geen keuze, maar dringt zich op in het appel van het moment, in de gezochte of ongevraagde ontmoeting. Joods is zijn filosofie omdat het denken voortdurend in gesprek blijft met de Talmoed en het joodse leven. Het joodse leven opent de weg naar humaniteit. In Levinas’ uitleg van de Talmoed staat de humaniteit voorop.

Van zijn werk verschenen vanaf eind jaren ’60 vertalingen in het Nederlands. Zo werd het toegankelijk. Onder Nederlandse theologen met name maakt(e) zijn werk indruk. Levinas wordt wel tot de postmoderne filosofen gerekend, maar zijn werk vormt daarin ook een uitzondering: nooit staat de humaniteit van de ander ter discussie.

In ons collegiaal overleg bespraken we een essay dat in 1966 verscheen. De titel luidt ‘Eer zonder vlagvertoon’.

Schuilzolder van het geweten
Levinas begint ermee dat de vrede die na het einde van Tweede Wereldoorlog in 1945 kwam, niet het einde van de verschrikkingen van de oorlog betekent. Er zijn nog steeds rassenhaat en verwoesting. En er zijn de wonden die in de herinnering schrijnend zijn als toen. Hij benoemt ook het verschil van de jaren na 1945 met die van 1933-1945. Het grote verschil is dat wie slachtoffer zijn weer kunnen rekenen op de rechtspraak, op onderwijs. En dat weten wat rechtvaardig is niet meer afgezonderd is op de schuilzolder van het eigen geweten, maar vastgelegd is in wetten.

De volgende stap die hij zet, is dat hij vraagt: wat kunnen we doorgeven aan een volgende generatie, wat hebben we geleerd uit de tijd van de oorlog en de broze vrede daarna? Het antwoord vindt Levinas in een joodse waarheid die hij in drie aspecten beschrijft.

Als in een woestijn
Het eerste aspect van waarheid is: om menselijk te leven kunnen mensen van veel afzien. Als in een woestijn. Mensen kunnen afzien van persoonlijk bezit, van een eigen ruimte, van vriendschap, van een goede maaltijd. Dat, zegt hij, hebben Joden al veel eerder in hun bestaan moeten ervaren. Dat dragen ze met zich mee.

Waarden
Het tweede aspect: als dan alles woestijn is, dan…

…bestaat heel de menselijke waardigheid in het geloven aan de terugkeer van die waarden.

Levinas’ ethiek is verantwoordelijkheidsethiek. Hij gaat daarin ver. Het is niet een vrije keus, het is een plicht om die verantwoordelijkheid te dragen. Ook hier is de verbinding van zijn denken met het joodse leven sterk: het is als uitverkiezing. Uitverkiezing is geen toegangskaartje tot een zonnig leven, maar een verantwoordelijkheid waar de uitverkozene niet onderuit kan. Als alles wat gebeurt in de ‘woestijn’ niet anders dan onrechtvaardig is, betekent dat dat rechtvaardigheid een schuilplaats nodig heeft. De enige plek die dan nog over is, is het persoonlijke geweten. Daar komt het op aan.

Herinneringen doorgeven
Het derde aspect dat aan een nieuwe generatie doorgegeven moet worden is dat de herinneringen doorverteld moeten worden, in onderwijs, in verhalen. Daarmee wordt het eigen innerlijk leven van een volgende generatie gevormd en gesterkt. Want de vrede is broos, het recht kan zomaar sneuvelen en met wat ‘waar’ heet, wordt gesjoemeld.

Te midden van de volken
In de laatste stap belicht Levinas de Joodse bestaanswijze – een volk als alle andere volken – op dit punt na: de uitverkiezing. Ik stipte dat hierboven bij het tweede aspect al aan. De Joodse bestaanswijze vertegenwoordigt onder de volken hoe de broze condities van alle beschavingen uiteindelijk in het aangesproken persoonlijke geweten liggen. Dat is de betekenis van Jood zijn te midden van de volken.

Nog steeds een kwetsbare vrede
Dit essay is bijna zestig jaar geleden geschreven. Het stuk is relevant in deze dagen omdat het waakzaam maakt voor een oorlog die zo maar los kan breken en ziekenhuizen, scholen, verdragen en conventies verwoest. Elders noemt hij dat “open zijn om de permanente mogelijkheid van oorlog te bevroeden”. Vrede is kwetsbaar.

Levinas benoemt ook het belang van ‘instituties’ als een rechtbank, een school en het belang van gedeeld inzicht over wat waar is en wat leugen is en om het inzicht over wat waarheid en leugen is niet aan ideologieën te laten.

En ten slotte: Levinas’ pointe om het geweten van nieuwe generaties te blijven vormen en voeden, dat appel kan ook een kerk zich toerekenen.

Zie ‘Eer zonder vlagvertoon’, in: Emmanuel Levinas, Het menselijk gelaat (Baarn: Ambo, 1987, 7de druk), blz. 69-73.

Cover nummer 14.JPG

Editie 14 - 2022

Lees meer Bekijk pagina

Schrijf je in voor de nieuwsbrief