Zittende ter rechterhand Gods

Een van mijn geliefde liederen is een hemelvaartslied. Het staat in het Liedboek van de Kerken en ook in de bundel van 1938. Als het aan mij had gelegen had het ook een plek gekregen in het Nieuwe Liedboek maar daar is het niet in terechtgekomen. Het Nieuwe Liedboek telt acht hemelvaartsliederen. Het Liedboek van de Kerken telt er tien. Het zijn er dus minder geworden. Ter vergelijking: het Nieuwe Liedboek telt 35 pinksterliederen en het Liedboek van de Kerken telt er 18, dat is dus zo goed als verdubbeld.

Anita Akkerman
Kerk en Theologie10 - 2
Plafond koffieschenkerij Nieuw Sion (eerder een kapel van Abdij Sion)

Dat fascineert me wel. In ieder geval kunnen we stellen dat Hemelvaart geen prominentere plek heeft gekregen in het Nieuwe Liedboek. Hemelvaart krijgt in de kerk ook duidelijk minder aandacht als feestdag. Ik realiseer me dat ik zelf ook nog maar weinig ben voorgegaan met Hemelvaart. Ondanks dat hemelvaartslied…

Wij knielen voor uw zetel neer,
wij Heer, en al uw leden,
en eren U als onze Heer
met lied’ren en gebeden.
Dat alle macht, hoe hoog, hoe groot,
voor U, o Godsgetuige,
o Eerstgeborenen’ uit de dood
zich diep eerbiedig buigen!
(Gezang 231, Liedboek van de Kerken)

De eerbied die uit dit lied spreekt, het knielen en buigen voor Christus, die alle macht te boven gaat, Hem eren met je liederen en gebeden, daar kan ik een leven lang mee vooruit, ook omdat het zelf op de troon gaan zitten hardnekkig is. In mijn eigen innerlijk, op kleine en grote schaal corrumpeert macht. Hoe zou het doorwerken als we werkelijk zouden leren knielen en buigen, niet voor de show maar innerlijk gedreven?

In dit artikel ga ik dieper in op de beeldtaal die uit dit lied spreekt. Wij knielen voor uw zetel neer. Het verwijst naar Christus als Koning. Niet voor niets is Psalm 110 de meest geciteerde psalm in het Nieuwe Testament. “Zit op de troon aan mijn rechterhand.”

Jezus die naar de hemel vaart en plaatsneemt op een zetel. We kunnen ons ongemakkelijk voelen bij deze beelden omdat ze ons voorstellingsvermogen ver te boven gaan. En waar verwijzen deze beelden naar? Jezus die regeert? In deze wereld met zoveel gecorrumpeerde macht? Hoe dan en waar dan? En wat is dan de kleur van die heerschappij van Christus?

De apostolische geloofsbelijdenis (Symbolum Apostolicum) belijdt dat Christus “is opgevaren en gezeten aan de rechterhand”. Zo eindigt het evangelie van Marcus: nadat Hij dit tegen hen had gezegd, werd de Heer Jezus in de hemel opgenomen en nam hij plaats aan de rechterhand van God. Het belijdt dat Christus door zijn verhoging deelt in de regering van God en vandaaruit werkzaam is in de wereld. De rechterkant is beeld voor Gods macht. Van Christus wordt gezegd dat Hem alle macht gegeven is in hemel en op aarde (Mattheüs 28:18). De machten van de wereld hebben het daarom dan ook niet meer voor het zeggen. Hoeveel duisternis er ook mag zijn, wanhoop en lijden, de Bijbel getuigt ervan dat deze Heer deze krachten heeft gebroken en sterker is dan alle duisternis.

Maar Zijn koningschap is wel een verborgen koningschap. Dat is wat Hemelvaart laat zien. We belijden Christus als Koning, zittend aan de rechterhand Gods. Deze Heer is de Alfa en de Omega. Maar zoals verwoord is in de Hebreeënbrief: nu zien wij nog niet dat Hem alle dingen onderworpen zijn (Hebreeën 2:8-9). Christus als Koning, zittend op een troon, maar niet hier op aarde. Hier staan heel andere tronen, ‘het strijdtoneel van de ikjes’. En zoveel leed en onrecht, veroorzaakt door zo sterk gecorrumpeerde macht. Het is niet moeilijk om er moedeloos van te raken en vervreemding te ervaren ten aanzien van de belijdenis dat Christus koning is en Heer over alle duisternis. Het is wat dat betreft een aangevochten belijdenis.

Maar toch, in de kerk belijden we de eeuwen door, in alle omstandigheden dat Christus Koning is en Overwinnaar. De gekruisigde en Opgestane Heer, Hij is de levende. Dat belijden heeft de vorm van je toevertrouwen aan een belofte. Een belofte die je hoop kan geven, moed kan brengen. “Je ziet het koningschap van God op aarde, alleen moet je dan wel goed kijken. Het draagt de trekken van lijden. Je treft het aan bij mensen die weigeren te buigen voor de overheersende machten.” (Bram van der Beek).

Het weigeren te buigen voor machten die mensen onderdrukken en geen recht doen wordt paradoxaal gevoed door het leren buigen voor Christus (Wij knielen voor uw zetel neer), voor Zijn macht. En de kleur van die macht wordt mooi verwoord in het Lucasevangelie: “Hij nam zijn leerlingen mee de stad uit, tot bij Bethanië. Daar hief Hij zijn handen op en zegende hen. Terwijl Hij hen zegende, ging Hij van hen heen en werd opgenomen in de hemel.”

Het is de macht van zegen. Zelf onder die zegen leven, ervan delen en tot zegen zijn. Christus vincit, regnat, imperiat. Christus overwint, regeert en heerst.

Schrijf je in voor de nieuwsbrief