Waar verdwijnt en waar verschijnt de kerk?
Over het verband en verbond tussen spiritualiteit en seculariteit

Hoe is het actuele thema van kerkverlating en ontkerkelijking te verstaan? Verdampt het geloof van mensen vandaag; of hebben we de verander(en)de gestalte ervan nog niet goed begrepen? En natuurlijk ook de vraag: is het verhaal van God en mensen, te zeer geketend aan de kerk, niet elders ook te zoeken en te vinden? Laten we even met de kerk en haar gelovigen beginnen.

Dick Tieleman
Theologisch artikel3

Kerk verandert met de cultuur

Een blik op de geschiedenis toont hoe de gestalte van de kerk mét de cultuur verandert. In een premoderne cultuur was de kathedraal uitdrukking van de symbiose tussen kerk en cultuur. In de moderne cultuur (na de Verlichting) werd de kerk gemakkelijk maar noodlottig tot bolwerk tegenover de cultuur met zich ontwikkelende wetenschap. In onze 75-jarige postmoderne cultuur lijkt dit bolwerk te vergruizelen. De muren van de kerk worden poreus, de deur kan niet meer dicht, als zij eenmaal opengegaan is. Mensen lopen in en uit. Vanuit een binnenkerkelijk perspectief lijkt dat jammer; vanuit een buitenperspectief is het een kans om tot een nieuw inzicht over de verhouding tot de cultuur te komen. Daarin verandert een kerk als besloten bolwerk in de richting van een open netwerk met knooppunten van ontmoeting tussen kerk en cultuur. Daarin gaat het meer om geleefde en beleefde waarden dan om machtswoorden van een geloofsleer – uitnodigend tot herinterpretatie.

Herinterpretatie van de christelijke geloofstraditie
Vandaag is kerkverlating voor kerk en theologie te verstaan als signaal tot herinterpretatie van gestalte en geest van de christelijke geloofstraditie. Een kerk als open ruimte voor dialoog en dienst aan mens en menswording deelt de wereld niet meer op in gelovigen en ongelovigen. Niet de opbouw van een besloten religieuze gemeenschap ‘voor leden’, maar een pastoraal-diaconale presentie in de samenleving vormt de kern van een ander zelfverstaan. Dat markeert wel een breuk met de traditie, waarin de kerk meer vertrouwd was met het bewaken van grenzen dan met het scheppen van ruimte.

Dit ruimte-profiel vraagt niet slechts een drempelverlaging, maar een andere inrichting en agendering, passend bij dit andere zelfverstaan – zoals ook Kerk in Stad onthult. In de praktijk dient die ‘ruimte-kerk’ zich al aan in een kerk ‘voor het hele dorp’; een ‘buurtkerk’ met inloopkarakter in een nieuwbouwwijk; een binnenstadskerk, die kunst, cultus en cultuur op elkaar betrekt. De theologie moet zo'n ‘kerk binnenstebuiten’ (Hoekendijk), die haar ark-concept inruilt voor een markt-concept, doordenken. De oude (onder)scheiding tussen ‘gelovig’ en ‘ongelovig’ wordt dan onduidelijk en flinterdun. Jaren geleden werd in de theologie al betoogd hoe in oorsprong verwant aan elkaar cultuur en cultus (religieuze viering) zijn, als aan ‘een laatste levenswerkelijkheid toegewijd handelen’, dat zich in sacrale én profane gestalten voltrekt. Theologie is zo niet slechts kerktheologie, maar ook cultuurtheologie. Zo komt de theologie niet mét de kerk in de marge terecht, maar komen beide dichter bij het hart van de samenleving en cultuur, om daarin gestalte te geven aan waar Gods geest ons al in voorgaat: mededogen, gerechtigheid en menselijkheid voor de wereld als beloftevolle schepping.

Postmoderne spiritualiteit als nieuwe gestalte van geloof
Het woord ‘geloof’ kan in het publieke gesprek gemakkelijk tot struikelblok worden vanwege de uiteenlopende betekenissen die erin meekomen – van traditionele gestalte tot persoonlijk levensgeheim. Voorbij aan oude dogmatische voorstellingen ontstaat zoiets als een postmoderne spiritualiteit, die de scheiding tussen geloof en ongeloof, godsdienstig en ongodsdienstig relativeert en die kerkelijke, religieuze en confessionele grenzen overstijgt. Het woord ‘spiritualiteit’ verwijst dan naar ‘beleefd en geleefd geloof’. Vanuit een buitenperspectief zijn de postmoderne cultuur en de christelijke geloofstraditie in een kritisch-loyale dialoog op elkaar betrokken. Deze spiritualiteit belichaamt een creatieve reactie op oude gestalten van kerk en godsdienst. Door haar dialogische positie in de breedte van de cultuur vormt ze vooral een aan mens en menselijkheid toegewijd handelen. Samen met de bijbelse verhalen leidt zij tot een breed palet aan religieuze en seculiere zingeving.

Dat persoonlijk mozaïek van zingeving neemt steeds meer de plaats in van de traditionele gestalten van godsdienst. Waar de betekenis van die godsdienstigheid als vanzelfsprekende zingever afneemt, neemt die van persoonlijke zingevingsarbeid van mensen toe. Deze spiritualiteit is er op gericht in een gemeenschap en geest van bezieling, bezinning en beraad gestalte te geven aan de zeggingskracht van de christelijke geloofstraditie. Zo blijkt het spreken over God weer vruchtbaar, zinvol en verrijkend. Geloof in God staat hier primair in de context van menswording van de mens; het gaat om ‘mensen als verhaal van God’ (Schillebeeckx). Waar die zorg voor een fundamentele menselijkheid te vinden is, kan – uitgesproken of onuitgesproken – de geest van God niet ver weg zijn.

Zou de kerk vandaag bedding en ruimte daarvoor kunnen zijn en, niet onttakeld verdwijnend maar opnieuw verschijnend, in deze geest en gemeenschap bezieling, bezinning en beraad gestalte gevend aan haar geloofstraditie?

Reacties:

Schrijf je in voor de nieuwsbrief