Schoonheid met een Ziel: de secco’s in het koor van de Martinikerk

Onlangs kreeg ik een folder toegestuurd met de opwekking op zondagmiddagen te 17:00 uur de Martinikerk en de Nieuwe Kerk te bezoeken. Schoonheid met een Ziel, heten de kerkdiensten. “Een uur voor jezelf met ruimte voor stilte en voor wat onzegbaar is. Putten uit de eeuwenoude schatten van de kerk… Cultuur ademen.” – aldus de tekst van de folder.

Pieter Bootsma
Kerk en Samenleving2 - Pepijntje
Het koorgewelf van de Martinikerk. Foto: Pepijntje, CC BY-SA 4.0

Maandelijks worden in de Martinikerk in de zondagmiddagdienst een beeldend kunstwerk en een bijbelverhaal naast elkaar gelegd. Het thema van deze diensten is ‘Heel dit gebroken leven’. Achtereenvolgens komt werk aan de orde van Frida Kahlo, Wout Herfkens, Käthe Kollwitz en Anthony Gormly.

Een mooi plan, zeker, maar het riep bij mij wel de vraag op of de Ziel niet eens kan worden blootgelegd van de schoonheid die in het koor van de kerk kan worden waargenomen. Het werk behoort tot de eeuwenoude schatten van de kerk, daterend uit de zestiende eeuw. Ik doel op de muurschilderingen, de secco’s, in de nissen van de muren boven de pijlers van het koor. De schilderingen laten het aardse leven van Christus zien. Niets in deze verbeeldingen is bijgeval. Alles wat je ziet heeft een religieuze, politieke of symbolische betekenis. Het kunstwerk zou in de zestiende eeuw gedurende vijftig jaar zichtbaar zijn en in de twintigste en eenentwintigste eeuw gedurende honderd jaar. In de tussenliggende periode heeft het gesluimerd en is het beschermd geweest onder dikke lagen kalk.

Het bijbels humanisme
In de tweede helft van de vijftiende eeuw reizen Groningers af naar de universiteiten van Noord-Italië. Ze maken kennis met de renaissance: de klassieke oudheid doet zijn invloed gelden op beeld en tekst van de christelijke wereld van de veertiende en vijftiende eeuw. ‘Bijbelse humanisten’ worden de theologen genoemd die hierdoor worden gevormd. Zo bijvoorbeeld de Groningers Wilhelmus Frederici (ca. 1450-1525), die de universiteit van Ferrara bezoekt, en Evarardus Jarges (1462-1535), die zal promoveren aan de universiteit van Bologna. Beiden zullen achtereenvolgens hoofdpastoor van de Martinikerk worden.

De stijl van het kunstwerk in het koor van de Martinikerk, zowel als de zorgvuldigheid waarmee de bijbelse verhalen worden verteld, passen bij het bijbels-humanistisch klimaat van de stad in de eerste helft van de zestiende eeuw. Het is een rekkelijk klimaat: de plakkaten die in Brussel worden uitgevaardigd in de ketterjacht op de protestanten zullen in Groningen nooit worden gepubliceerd. Deze tijd zal voorbij zijn als in 1568 Alva in de stad arriveert. Maar dan is het renaissancistische kunstwerk, met onder meer afbeeldingen naar Rafaël, in de Martini al voltooid.

Het programma
In 1988 schrijft de kunsthistoricus J. Schoneveld een fraai artikel in de Groningse volksalmanak over het programma van het kunstwerk. Volgens hem is het ontleend aan een tweetal in de zestiende eeuw bekende indelingen, een indeling van de geschiedenis van de mensheid, afkomstig van Gervasius Ricobaldus van Ferrara (ca. 1312) en een indeling van het leven van Christus. Ricobaldus onderscheidt zes wereldtijdperken met als vertegenwoordigers Adam, Noach, Abraham, Mozes, Salomo en Jechonias (de Babylonische ballingschap). Hun hoofden zijn afgebeeld in de onderste helft van de secco’s in de zes smalle nissen van de koorafsluiting. Vervolgens breekt als zevende tijdperk dat van Christus aan. Van dit tijdperk maken wij zelf deel uit. Het vindt zijn uitwerking in de cyclus van het aardse leven van Christus in de Martinikerk. Het tijdperk van het Laatste Oordeel is het achtste tijdperk en kent geen einde. Het neemt de hele westmuur van het koor in beslag.

De voorstellingen van het leven van Jezus zijn in een drietal periodes ingedeeld: van zijn jeugd tot en met de twaalfjarige Jezus in de tempel (de zuidelijke koorwand), van de bruiloft te Kana die het openbare leven van Christus symboliseert (afgebeeld in een van de smalle nissen in de koorafsluiting) en van de passie (de noordelijke koorwand).

Vragen
Wie heeft of hebben de cyclus geschilderd, wie heeft het programma van de Groningse cyclus ontworpen en wie is de opdrachtgever geweest? Het zijn vragen waarop geen zeker antwoord te geven is. Schriftelijke bronnen ontbreken. Op één zinnetje na in de kroniek van Abel Eppens. Hij schrijft dat de landvoogdes Maria van Hongarije, zuster van de landsheer van de Nederlandse gewesten, keizer Karel V, de stad zal bezoeken und heerlicken to Groningen ontfangen worde. Dat die kercke to Sunte Meerten ook gestoffiert und gewittet muste worden.

Er is alle tijd om de Martinikerk voor de ontvangst gereed te maken. Maria is al in 1542 begonnen aan haar toer langs de te bezoeken steden, waaronder dus Groningen, als militaire verwikkelingen met Frankrijk haar nopen naar Brussel terug te keren. Uiteindelijk arriveert ze in 1545 in Groningen en aanschouwt ze het koor “met bonte kleuren verguld”.* Zelf zou ze ook afgebeeld zijn op de schildering naar Lucas 2 (de Opdracht in de tempel) waar ze, geknield op de onderste tree van het altaar, het gebeuren rond Jezus waarneemt. Een andere inschatting is dat het werk dateert van circa 1535. In dat geval zou Maria een paar jaar later, toen haar komst bekend werd, in de voorstelling van Lucas 2 zijn geschilderd.

Een nieuwe cyclus
Bijna 500 jaar nadat de secco’s werden geschilderd trouwt de kunstschilder Egbert Modderman in de Martinikerk. Dankbaar schenkt hij de kerk het portret van Martinus die de naakte bedelaar de helft van zijn mantel geeft. Hij herinnert zich dan de woorden van Mattheüs 25: Ik heb dorst geleden en gij hebt mij te drinken gegeven, Ik ben een vreemdeling geweest en gij hebt Mij gehuisvest, naakt en gij hebt Mij gekleed, ziek en Gij hebt Mij bezocht. Ik ben in de gevangenis geweest en gij zijt tot Mij gekomen. En het plan wordt geboren een cyclus voor de kooromgang over ‘de werken der barmhartigheid’ te schilderen. Inmiddels zijn zes van deze werken gerealiseerd. Of de bezoeker nu omhoogkijkt of ter zijde, overal treft zijn oog bijbelse of op de Bijbel geïnspireerde voorstellingen. Het koor van de kerk heeft met deze schoonheid de beschikking over een Ziel. Wat let de voorgangers wanneer de kerkdienst daartoe aanleiding geeft de kerkgangers uit te nodigen tijdens de preek een kleine pelgrimage te maken naar deze Ziel?

* Het bezoek van de landvoogdes legt ze af met groot gevolg. Tot dat gevolg hoort vermoedelijk ook de twaalfjarige Willem van Oranje die door de landvoogdes naar haar hof te Brussel is genood. Maria denkt aan een carrière van de prins in dienst van de Habsburgers en hoe leerzaam kan dan zo’n reis voor hem zijn. Als mijn veronderstelling juist is zal dit de enige keer geweest zijn dat hij Groningen heeft bezocht.

Voorpagina nummer 2.JPG

Editie 2 - 2023

Lees meer Bekijk pagina

Schrijf je in voor de nieuwsbrief