Olie

Diaconaat is een breed begrip; graag vertel ik twee met elkaar verbonden verhalen, die voor mij een boodschap bevatten.

Henk van Putten
Extra - Diaconaat2

Het eerste hoorde ik van een vroegere studiegenoot, intussen predikant. In een gemeente waarin hij voorging, kende men het gebruik van de ‘stille hulp’: een blanco envelopje in een doos, voor hulp aan gemeenteleden die het financieel even niet zo makkelijk hadden. Zo klonk er op een zondag dat hij er preekte dit verzoek: bij een groot gezin was de wasmachine helaas kapotgegaan. Wie wilde helpen, kon, zonder naam of toelichting, geld geven. Mooi!

Maar het verhaal ging verder. In de consistorie ving hij een gesprek op. “Zeg B., als jij aan stille hulp meedoet, wat geef je dan zoal?”

“Nou, vandaag helemaal niets”, luidde het antwoord.

“…wat nu, zit je ook krap?”

“Nee, het gezin waarom het gaat, ken ik maar al te goed en in februari zijn ze nog teruggekomen van de wintersport.”

Het tweede verhaal lijkt erop, maar is nog iets ingewikkelder. Het komt uit een kerkelijke gemeente die ik zelf goed ken (niet in Groningen). Een man werd getroffen door een ernstige hersenbloeding. Hier was het verzoek of er gemeenteleden bereid waren om een dag in de week een uurtje uit de krant te komen voorlezen. Die waren er wel, maar ook was er harde kritiek. Het ging om een gemeentelid dat al op zijn 55ste had kunnen stoppen met werken. Daarna hadden hij en zijn vrouw jaar in jaar uit overwinterd in Portugal, waar het echtpaar een tweede huis bezat. Van het voorjaar tot het najaar hadden ze wel altijd in Nederland verbleven, kwamen ze ook wel in de dienst, maar eigenlijk nooit had de kerk een beroep op hen kunnen doen. Men vond de vrijheid om in geval van mooi weer er met de camper op uit te trekken belangrijker. Slechts incidenteel had deze man iets voor de kerk willen, of zoals hij zelf zei: kunnen doen. “Nooit een poot uitgestoken”, merkte iemand erover op.

De verhalen lijken op elkaar, maar het verschil is naar mijn mening dat in het eerste geval een gesprek nog mogelijk lijkt. Ik zou niet tegen hulp zijn, maar dan wel in de vorm van een renteloze lening. Met als toelichting: We moeten voorkomen dat er gemeenteleden zijn die het voelen als meebetalen aan een wintersportvakantie. In het tweede verhaal is het te laat voor zo’n signaal. Ik zou ook daar willen helpen overigens, maar zie het tevens als een waarschuwing: Koop olie zo lang het nog kan (Mattheus 25:1-13).

Schrijf je in voor de nieuwsbrief