Ketikoti: de ketenen breken

Op 1 juli is het Ketikoti: een van oorsprong Surinaams feest waarop men het breken van de ketenen van slavernij herdenkt. Ook in Nederland groeit de bewustwording rondom dit feest en het slavernijverleden. De tentoonstelling ‘Bitterzoet Erfgoed’ maakt bijvoorbeeld inzichtelijk dat Groningen een groter slavernijverleden kent dan menigeen zou denken. Een goede gelegenheid dus voor een theologische reflectie rondom dit feest, of meer specifiek, over slavernij in de Bijbel.

Nick Everts
Kerk en Theologie13 – Wisselbrief
Met afbeelding: Kerk en Theologie13 – Wisselbrief. Bijschrift: Wisselbrief ‘Opheffing der slavernij’ door het Ministerie van Koloniën in 1863.

Oorsprong van het feest
Op 1 juli 1863 werd in het Koninkrijk der Nederlanden de slavernij in Suriname en op de Nederlandse Antillen afgeschaft. Bijna 50.000 tot slaaf gemaakte mensen kwamen vrij. De slavenhouders werden voor 300 gulden per slaaf vrijgesteld van schade, terwijl de vrijgemaakte mensen niets kregen en in Suriname gedwongen werden om nog tien jaar op contractbasis het werk te blijven doen.

Al tijdens de Tweede Wereldoorlog werd op 1 juli ‘Ketikoti’ gevierd. Op 1 juli 1955 werd Ketikoti een officiële feestdag in Suriname. In Nederland gaan steeds vaker geluiden op om het ook hier als een officiële feestdag uit te roepen. Enkele kerken besteden er op of rondom 1 juli ook aandacht aan.

Onderbelicht
Het Nederlandse slavernijverleden heeft lange tijd (te) weinig aandacht gekregen. Dit geldt in het algemeen, maar zeker ook binnen de kerken. Onderbelicht blijven daardoor namelijk ook de bijbelse teksten die slavernij hebben aangemoedigd of onderbouwd. In de Bijbel staat namelijk meer dan dat er in Christus geen slaven of vrijen zullen zijn (Galaten 3:28).

Voorbeelden
Diverse belangrijke personages in het Eerste Testament hebben slaven. Van Abraham en Jakob tot Salomo, David en vele anderen. In sommige teksten, zoals in Joël 3:8, lijkt God actief mee te werken aan of zelfs opdracht te geven tot slavernij. Slavernij komt niet alleen in veel bijbelse verhalen voor, er zijn ook specifieke richtlijnen voor ‘goede’ slavenomgang (bijvoorbeeld Exodus 21). Ook in de tien geboden, die beginnen met de bevrijding uit Egyptische slavernij, lijkt slavernij een geaccepteerd onderdeel van de maatschappij te zijn (vierde en tiende gebod). In het laatste gebod worden slaven zelfs in één adem genoemd met vee.

En het Nieuwe Testament?
Voor wie denkt dat het Nieuwe/Tweede Testament volledig breekt met slavernij, moet ik helaas nog enkele voorbeelden noemen:

  • (Mattheus 25:14-30) Jezus presenteert ons een wereldbeeld waarin de meester absolute zeggenschap heeft over zijn ondergeschikten en hij kan handelen zoals dat hem belieft.
  • (Lukas 12:47-48) Jezus lijkt geen principieel probleem te hebben met lijfstraffen van slaven.
  • (Lukas 17:7-9) Jezus zegt dat slaven geacht worden te doen wat hun bevolen is en dat de meester hun daarvoor geen dank is verschuldigd.
  • (Titus 2:9-10) Slaven moeten hun meesters gehoorzamen ter meerdere glorie van God.
  • (Efeziërs 6:5) Slaven dienen hun meesters te gehoorzamen net zoals ze Christus gehoorzaam zijn.
  • (1 Petrus 2:18-19) Zelfs als ze onrechtvaardig worden behandeld moet een slaaf zich neerleggen bij de grillen van zijn meester.
  • (Filemon) Paulus stuurt Onesimus, een bekeerde slaaf, terug naar zijn meester.

Wegpoetsen
Ik kan me voorstellen dat je deze beperkte opsomming niet meteen in de Bijbel zou verwachten. Eén van de redenen kan zijn dat er in de Nederlandse vertaling vaak gekozen wordt voor het vriendelijker klinkende woord ‘knecht’ in plaats van slaaf. Daarnaast voelen sommige van deze teksten voor ons (gelukkig!) ongemakkelijk. Met name de idealisering van de slaaf-meesterverhouding als de verhouding tussen mens en God is eigenlijk te gek voor woorden. Dit soort teksten worden minder vaak in de Kerk behandeld en dan meestal ook nog goedgepraat.

Mijn verhouding tot God heeft niets met geïdealiseerde slavernij te maken!

Negeren, goedpraten, verwijderen of…
Net als met ons slavernijverleden lopen we het risico om de bijbelse normalisering van slavernij te negeren of goed te praten. Het staat in de Bijbel, dus linksom of rechtsom zal het wel goed zijn. Een tegenovergestelde reactie zou ook mogelijk kunnen zijn. Alle passages waarin slavernij genormaliseerd of aangemoedigd wordt verwijderen. Ondanks dat dit een verleidelijke optie lijkt te zijn, ben ik bang dat we daarmee te gemakkelijk de ogen sluiten voor een van de grootste interne bedreigingen van religie: dat religie zich laat misbruiken om een ander te overheersen.

Leren van de samenleving
Of het nou gaat om de koninklijke koets, musea of met slavenhandel betaalde gebouwen, steeds vaker zien we iets van een vierde weg. Niet negeren, goedpraten of simpelweg verwijderen, maar het ongemak onder ogen zien en nieuwe verhalen/perspectieven toevoegen. Zouden we in de kerken hier iets van kunnen leren? Dat we onze ongemakkelijke teksten niet wegpoetsen, goedpraten of verwijderen, maar dat we ze gebruiken als materiaal waarop anderen hun perspectieven kunnen toevoegen? De vraag blijft voor mij wel of we zonder die toevoegingen deze verhalen wel aan een nieuwe generatie moeten door blijven geven. Zonder noodzakelijke aanvullingen moeten we de overleveringsketen misschien maar breken.

Kerk en Theologie13 – Porselein
Kop en schotel met antislavernij-afbeelding, Etruria Works, ca. 1853-1863.
Cover nummer 13.JPG

Editie 13 - 2022

Lees meer Bekijk pagina

Schrijf je in voor de nieuwsbrief