Met de secretaris van het College van Kerkrentmeesters van de Protestantse Gemeente Groningen (PGG) Hans Vissers, tevens kerkrentmeester van De Fontein, sprak ik over het onderwerp waar ook vele huishoudens nu mee worstelen: de enorm gestegen energiekosten. Per 1 januari loopt het energiecontract af dat de PGG heeft met onze energieleverancier, en die heeft inmiddels laten weten dat dit betekent dat de kerken – Nieuwe Kerk, Immanuelkerk, De Bron en De Fontein – vijf maal zoveel moeten gaan betalen voor energie.
Voor de Martinikerk geldt een iets andere situatie: die wordt beheerd door de Stichting Martinikerk. Wat de situatie voor de Martinikerk wordt, laten we voor dit gesprek nu maar even buiten beschouwing – maar ongetwijfeld zal zich daar vroeg of laat hetzelfde probleem voordoen.
Vijf keer zoveel betalen: dat heeft natuurlijk een enorme impact! Kort gezegd kunnen de kerken dat niet al te lang volhouden zonder failliet te gaan. Op de oude voet doorgaan is beslist geen optie. Er moet op zo kort mogelijke termijn echt iets gebeuren, en daarom zijn er volop gesprekken gaande, met de afzonderlijke kerkrentmeesters van die kerken, met de diverse kerkenraden, met het bouwkundig adviesbureau dat de PGG al jaren begeleidt. Op moment van schrijven zijn er nog geen knopen doorgehakt, maar iedereen voelt zeker de urgentie. Hans Vissers laat in het gesprek diverse oplossingsrichtingen de revue passeren. Ik neem u, lezer, mee in deze inventarisatie. Denk vooral mee.
Verduurzaming: lange termijn
Verduurzaming zou natuurlijk het mooiste zijn: isoleren, dubbel glas, zonnepanelen op het dak… Iedereen kan dat wel bedenken. Daar wordt ook al jarenlang over nagedacht, en er is natuurlijk ook best wel het een en ander gedaan. Maar de cynische paradox is, dat kerkgebouwen niet de hele week door verwarmd worden, en dat ze daardoor relatief, vergeleken met gewone woonhuizen, ‘te weinig’ gas verstoken.
“Te weinig, dat is goed toch,” zegt u nu – maar het gaat hier over de terugverdientijd van verduurzamingsmaatregelen. Bij een gewoon woonhuis ‘verdien’ je een bepaalde investering in een aantal jaren terug; bij kerken moet je rekenen met een veel langere terugverdientijd. Dat komt dus doordat er niet de hele tijd gestookt wordt – maar ook doordat kerken bouwkundig gezien veel grotere en duurdere investeringen vergen. Je vervangt niet zomaar in de Nieuwe Kerk het glas in lood door dubbel glas, en zonnepanelen op een monumentaal pand – dat ligt heel gevoelig. Bovendien zijn personeelskosten en bouwmaterialen ook in prijs aan het stijgen. Kortom: een nog langere tijd om de investeringen eruit te halen. Het ligt heel ingewikkeld.
Hans Vissers: “Verduurzamen doe je natuurlijk niet alleen omdat je op den duur voordeliger uit bent – we moeten, juist als kerken, natuurlijk ook om milieuredenen het gebruik van groene energie en andere verduurzamingsmaatregelen aanmoedigen.” Maar verduurzaming is nog lang geen gelopen race dus, en ook pas op de lange duur een oplossing, terwijl het probleem acuut is.
Gebeurt er dan helemaal niets? Het bouwkundig bureau heeft inmiddels de energieprofielen van de betrokken kerken op tafel gelegd, en binnenkort komen er wellicht adviezen voor de twee minst gunstige kerken op energiegebied: de Immanuelkerk en de Nieuwe Kerk. In De Fontein heeft zojuist een grote verbouwing plaatsgevonden om ruimte te bieden aan een huisartsenpraktijk; daar is al gerekend met de laatste inzichten op energiegebied, en de huisartsenpraktijk heeft een aantal extra zonnepanelen toegezegd.
Maatregelen op de korte termijn
Het is wel duidelijk dat er ook op korte termijn iets moet gebeuren. Daarom zijn er gesprekken gaande waarbij bekeken wordt wat kerken nú kunnen doen om energiekosten te drukken. Dat zijn nog maar ideeën, in de komende maand moet dat verder uitkristalliseren.
Er zijn voor de hand liggende maatregelen, zoals het minder warm laten worden in de kerk – moet je, om een voorbeeld te noemen, een hele nacht de verwarming laten loeien voor een behaaglijke ochtenddienst van een uur in de Nieuwe Kerk? Je zou ook tot 15 graden kunnen verwarmen. Mensen zouden – zoals vroeger – hun jas kunnen aanhouden in de kerk.
Andere oplossingen gaan in de richting van meer gezamenlijk doen, bijvoorbeeld de ene week in de ene kerk, de andere week in de andere kerk een dienst houden – en dat natuurlijk vooral in de koude periode. Of bijvoorbeeld, afhankelijk van de hoeveelheid bezoekers, in een ander, minder duur te verwarmen gebouw dan de kerk zelf bijeenkomen. Meer diensten achter elkaar, minder gespreid over de dag, in hetzelfde gebouw… En voor andere activiteiten, vergaderingen en dergelijke, proberen die te clusteren over een kleiner aantal dagen in de week, zodat je de kerkgebouwen niet vijf avonden hoeft te verwarmen, maar bijvoorbeeld slechts twee.
Als het in januari echt de spuigaten uitloopt met buitentemperaturen van -15 graden, dan kun je zelfs denken over het tijdelijk sluiten van kerkgebouwen – één dienst voor heel de stad… Dat zijn natuurlijk heel pijnlijke maatregelen. Als een kerkgemeente een hele winter lang niet kan bijeenkomen in het eigen kerkgebouw, dan raakt ze mensen kwijt. Waarschijnlijk moeten we scenario’s klaar hebben liggen voor allerlei omstandigheden: een milde winter, of juist een strenge.
Dit is niet de eerste crisis die we afgelopen tijd als kerkgemeenschap doorgemaakt hebben; we hebben net de coronacrisis min of meer achter de rug (waardoor kerken ook inkomsten misgelopen zijn, bijvoorbeeld uit verhuur) – maar wat er nu op ons afkomt, is van een heel andere, grotere orde. Maar dat we de moed vooral niet laten zakken: laten we samen creatief worden, dan komt er wellicht nog iets goeds uit voort!
Tips voor de kerkganger
In vroeger tijd werden kerken niet of nauwelijks verwarmd. Toen namen mensen stoofjes mee met gloeiende kolen: als de voeten maar warm waren, dan hield je het wel uit. Ook in sommige preekstoelen, zoals in de Martinikerk en de Nieuwe Kerk, was er ruimte voor zo’n kolenstoof. Het spreekt voor zich dat we dat nu niet meer zo kunnen doen: denk aan het gevaar van brand en de slechte luchtkwaliteit die het gevolg zouden zijn. En we gaan natuurlijk ook niet waxinelichtjes onder bloempotten stoppen. Wat zouden we nu kunnen doen als kerkgangers?
- Rekening houden met lagere temperatuur in de kerk: dik aankleden, warme sokken, desnoods jas aanhouden
- Fleecedekentje mee voor over de benen
- Er bestaan ook oplaadbare elektrische kussens en dekens, die minstens twee uur warm blijven. Het moderne idee van een stoofje
Hebt u zelf nog andere tips? Mail die dan aan redactie@kerkinstad.nl