Hofstad Leeuwarden

In het laatste nummer van Kerk in Stad voor de zomervakantie doet de redactie ieder jaar de lezer een idee voor een uitstapje aan de hand. Deze keer geldt onze suggestie een bezoek aan de noordelijke helft van de binnenstad van Leeuwarden. Onze suggestie is niet helemaal toevallig. Enkele weken terug bracht de redactie een bezoek aan de uitgever en drukker van ons blad, het prachtige bedrijf van de familie Dekker te Leeuwarden. Vervolgens verkenden we de binnenstad. Leeuwarden heeft twee dingen vóór op Groningen: de stad is in de Tweede Wereldoorlog niet geschonden zoals Groningen en Leeuwarden is hofstad geweest. De stadhouder van Friesland – en vaak ook van Groningen – had Leeuwarden als zijn residentie. We beschrijven in het bijgaande artikel wat het effect van het hof op het stadsbeeld heeft gehad en wat aan dat verleden nu nog herinnert.

Voor de locaties van deze bezienswaardigheden kunt u terecht bij de plaatselijke VVV. Ze liggen dicht bij elkaar en het VVV-kantoor dat plattegronden verstrekt ligt aan het Oldehoofster kerkhof, waaronder zich een zeer betaalbare parkeergarage bevindt. Vanaf het station is het VVV-kantoor vijf à tien minuten wandelen. Na gedane arbeid kunt u om te verpozen de nabijgelegen noordelijke kant van de Nieuwstad bezoeken, waar het werkelijk uitpuilt van de horeca.

De redactie wenst u een goede zomervakantie.

Pieter Bootsma

Willem Lodewijk
Willem Lodewijk van Nassau Dillenburg wordt in 1584 stadhouder van Friesland als opvolger van zijn vermoorde oom Willem van Oranje. Het is een gelukkige keuze. De historicus A.Th. van Deursen schrijft over hem: Willem Lodewijk was één van die zeldzame mensen van wie de geschiedenis louter goeds vertelt. Onbaatzuchtig en vroom, energiek en bezonnen. In militair opzicht werkt hij nauw samen met zijn neef Maurits, die zijn vader Willem van Oranje in 1585 als stadhouder van Holland en Zeeland opvolgt. In Europa maken ze naam als hervormers van de krijgskunst. Hun militaire successen zullen de nieuwe Republiek verstevigen tot een levensvatbare natie. Pas in 1906 eren de Friezen zijn verdiensten met het standbeeld ‘Ús Heit’, zoals ze Willem Lodewijk zijn gaan noemen.

Kerk en Samenleving15 - Willem Lodewijk
Willem Lodewijk (Us Heit) voor het stadhouderlijk hof. Foto: Jean Housen, CC BY-SA 4.0

Het stadhouderlijk hof
In 1587 trouwt Willem Lodewijk zijn nicht Anna van Oranje. In hetzelfde jaar hebben de Staten van Friesland een patriciërshuis aangekocht voor hun stadhouder. In 1603 wordt het naastgelegen Dekemahuis toegevoegd, waardoor het hof enige allure krijgt. Anna van Oranje zal het niet meemaken. In 1588 overlijdt zij tijdens haar zwangerschap, 26 jaar oud.

Willem Lodewijk ontvangt graag ’s avonds aan de maaltijd een gast waarmee hij een goed gesprek heeft. Veel verder reikt de Friese hofcultuur niet. Ook onder zijn opvolgers zal de Friese hofcultuur bescheiden blijven. Aan het Binnenhof te Den Haag is de cultuur uitbundiger. Stadhouder Maurits nodigt aan zijn diners vooraanstaande edelen uit binnen- en buitenland. Onder Frederik Hendrik ontwikkelt deze cultuur zich verder.

De Jacobijner Kerk
Als rechtgeaarde calvinisten gaan de Friese stadhouders trouw ter kerke naar de Jacobijnerkerk. Vanaf 1696 beschikt de stadhouderlijke familie in deze kerk over een verhoogde bank, de koningskraak, gedecoreerd met fraai snijwerk door Pieter Nauta. In 1663 kreeg de kerk een ingang naar het koor door een poortje dat het stadswapen droeg. Boven de poort was een raam met familiewapens van de leden van het stadsbestuur. Later ging de stadhouderlijke familie van de ingang gebruik maken. Het poortje kreeg de naam Oranjepoortje. Op het dak van het poortje verscheen een oranjeboompje. Dat kan pas zijn aangebracht na 1702, toen de Friese stadhouders door vererving van koning-stadhouder Willem III de titel Prins van Oranje kregen.

Kerk en Samenleving15 - Oranjepoortje
De kooringang van de Jacobijnerkerk: het Oranjepoortje. Foto: Marijke Bootsma

Grafkelder
De eerste bijzetting in de grafkelder van de Nassaus in het koor van de Jacobijnerkerk betreft Anna van Oranje. In 1591 wordt een grafmonument aan haar gewijd in de vorm van een zwartmarmeren tombe. Willem Lodewijk wordt in 1620 naast zijn vrouw bijgezet. Een indrukwekkende rouwstoet van allen die in Friesland naam en faam hebben volgt de baar. Het schouwspel zal zich nog vaak herhalen: vijf stadhouders en hun echtgenotes zullen volgen. Van deze zes stadhouders sneuvelden twee in de Tachtigjarige Oorlog, Willem Frederik kwam in 1664 om bij het schoonmaken van zijn pistool en Johan Willem Friso verdronk in 1711 tijdens een vliegende storm in het Hollands Diep op doorreis naar Den Haag. Elf dagen na zijn verdrinking beviel zijn vrouw Maria Louise van Hessen Kassel van een zoon, Willem. Hij werd in 1729 stadhouder van Friesland na een regentschap van zijn moeder, door de Friezen liefdevol Marijke Meu genoemd. Willem zou als Willem IV in 1747 erfstadhouder van alle zeven provincies worden. Het hof verplaatste zich daardoor naar Den Haag en Leeuwarden werd hofstad af. Willem IV overleed in Huis ten Bosch en werd begraven in Delft. Zijn moeder werd als laatste van de familie Nassau in 1765 in Leeuwarden begraven.

Princessehof
Als haar zoon in 1729 stadhouder wordt, verhuist Maria Louise naar de Princessehof, een paleisje door hofarchitect Anthony Coulon uit een drietal panden samengevoegd tot één geheel.

Prinsentuin en Oranjewoud
Het stadsbestuur geeft Willem Frederik in 1648 toestemming een tuin aan te leggen in een noordelijke dwinger van de vestingwerken, de Prinsentuin. Aanleiding is de Vrede van Münster. Alleen de stadhouderlijke familie heeft toegang tot de tuin. Zijn echtgenote Albertiene Agnes zal naar de mode van de elite in haar tijd in 1676 een buitenplaats aankopen die ze Oranjewoud noemt. Op het terrein bouwt de architect van Paleis Het Loo, Daniël Marot, een huis waarvan alleen de vleugels worden gerealiseerd.

Kerk en Samenleving15 - Prinsentuin2
De Prinsentuin. Foto: Petra Elzes

Na het einde van Leeuwarden als hofstad
Tot 1795 blijven de onroerende goederen van de Nassaus in hun bezit of gebruik. Dan komen de Fransen en breekt de Bataafse revolutie uit. ‘Eerste slachtoffer’ wordt de funeraire nalatenschap van de Nassaus. Op 1 augustus worden in het koor van de Jacobijnerkerk het epitaaf van Willem Lodewijk en de graftombe van zijn vrouw kapotgeslagen. Op 16 augustus dringt onder leiding van Sjoerd Stapel een aantal mannen de grafkelder binnen, gooit de stoffelijke overschotten door de kelder en smelt de loden en tinnen doodskisten om. In 1842 wordt de kelder na overleg met koning Willem II geopend, opgeruimd en worden twee nieuwe grafkisten in de ruimte geplaatst, één gevuld met het redelijk bewaard gebleven overschot van Marijke Meu, de ander met de andere aangetroffen resten. Vervolgens wordt de kelder gesloten. In het koor herinnert nu niets meer aan de Nassaufamilie.

Kerk en Samenleving15 - Volkswoede
Anonieme cartoon uit 1795: De burgers van Leeuwarden vernielen de graven van het Huis Nassau-Diez

Het stadhouderlijk hof krijgt na 1795 vele nieuwe bewoners: soldaten, wezen, patiënten en leerlingen van de Latijnse school. Als de Oranjes terug zijn in het land koopt koning Willem I, ongetwijfeld vanwege piëteit jegens zijn voorgeslacht, het stadhouderlijk hof. Het blijft bezit van de koninklijke familie tot 1971 wanneer koningin Juliana het verkoopt. Het hof is nu in bezit van de gemeente en in gebruik als hotel.

Het Princessehof wordt opgedeeld. In het middelste pand wordt in 1899 kunstenaar M.C. Escher geboren. In 1916 koopt de gemeente het complex om het te gebruiken voor het Keramiekmuseum van de stad.

De Prinsentuin wordt in 1795 domein van de burgerij. Koning Willem I schenkt het park in 1819 aan de Leeuwarder bevolking. De vermaarde tuinarchitect Lucas Pieter Roodbaard richt het in 1822 in volgens de principes van de Engelse landschapstuin. De Oranjes verkopen in 1813 Oranjewoud. Het nooit afgebouwde huis wordt afgebroken.

Herstel
Het vijftigjarig regeringsjubileum van koningin Wilhelmina in 1948 geeft Friesland aanleiding de grafruimte van de Oranjes te herstellen. De grafkelder wordt gerestaureerd. Waar ooit in het koor de graftombe van Anna van Oranje stond, wordt een nieuwe tombe gebouwd met toegang tot de grafkelder. De wapenschilden van de stadhouders worden op de muur van het koor aangebracht en in gebrandschilderde ramen worden gebeurtenissen uit hun leven verbeeld. Een afbeelding van het epitaaf van Willem Lodewijk is op de muur geschilderd. Net als van zijn rouwstoet, waarvan tekeningen bewaard zijn.

Leeuwarden was ooit hofstad. Er is nog veel in de oude binnenstad dat hieraan herinnert.

Voorkant nummer 15.JPG

Editie 15 - 2023

Lees meer Bekijk pagina

Schrijf je in voor de nieuwsbrief