Gezondheid en ziekte (II)

In deel 1 van dit artikel (Kerk in Stad 21 – november 2023) gaf ik een kort overzicht van hoe ons denken over gezondheid door de eeuwen heen veranderde. Onze verre voorouders zagen gezondheid met name als in balans zijn, heel zijn, behouden zijn. In dit tweede deel maken we de stap naar vandaag, samen met Engelse predikant Samuel Wells.

Ds. Pieter Versloot
Kerk en Theologie2

Rond 1860 maakte de geneeskunde een sprong voorwaarts door ontdekkingen (het bestaan van bacteriën bijvoorbeeld), nieuwe onderzoeksmethoden, het belang van desinfectie, schoon drinkwater en de kracht van vaccinatieprogramma’s. De nadruk kwam vooral op het medisch-technische (bijna mechanische) te liggen, de werking van het lichaam, de verschillende functies van de organen, etc. Je was gezond als je niks (fysiologisch gezien) mankeerde, als alles het deed. In 1948 nuanceerde de Wereldgezondheidsorganisatie deze nogal eenzijdige benadering van gezondheid. Zij definieerde gezondheid als “een toestand van volledig lichamelijk, mentaal en sociaal welbevinden en niet alleen de afwezigheid van ziekten of gebreken.”

Veerkracht
Tegenwoordig wordt in Nederland veel gewerkt vanuit de gedachte dat “gezondheid het vermogen is je aan te passen en je eigen regie te voeren, in het licht van de sociale, fysieke en emotionele uitdagingen van het leven.” De nadruk ligt niet op wat je wel of niet mankeert. Het gaat om je veerkracht. Het is de taak van de gezondheidszorg die veerkracht te ondersteunen en te versterken.

 

Zelf doen
Het aantrekkelijke van deze opvatting is dat je als patiënt uitgedaagd wordt actief mee te werken aan je herstel. Niet lang geleden was ik in zorg bij het UMCG en bij de thuiszorg. Het viel me op hoeveel ik zelf moest doen. Zelf materialen aanschaffen, veel zelf regelen en zelfs zelf pleisters knippen voor de verpleegkundige, die ze vervolgens op de juiste plek plakte.

Het was even wennen, maar het gaf ook een gevoel van gelijkwaardigheid. Ik werd aangesproken op mijn persoonlijke verantwoordelijkheid. Vroeger was een ziekenhuis vooral een plek waar je in de watten werd gelegd. Althans, dat herinner ik me van mijn jeugd. Tegenwoordig doe je wat je zelf kunt gewoon zelf. En bij de rest word je geholpen.

Zorg kopen
Zoals gewoonlijk is er een keerzijde aan deze nadruk op eigen regie voeren. Je wordt steeds meer een cliënt, die producten inkoopt bij de zorg. De jonge chirurg, die mij vorig jaar door een grote operatie loodste, zei, toen ik hem erna bedankte: “Niets te danken, u huurde mij zelf in voor deze klus. Ik heb die zo goed mogelijk uitgevoerd.”

Als er geen veerkracht is
Er valt nog een kritische vraag te stellen bij het ‘veerkracht en eigen-regie-model’: vraagt het niet teveel van diegenen die geen veerkracht (meer) hebben, geen eigen regie kunnen voeren? Hierbij valt te denken aan mensen zonder geld, zonder netwerk, ongedocumenteerden, ongeletterden, etc.

Wat betekent dit model voor de kerk? Voor mij als pastor en voor u als gemeentelid? Wat kunnen wij doen voor zieke gemeenteleden, die gebruik maken van de zorg?

  1. We kunnen hen bijstaan in het maken van keuzes. Vanwege de nadruk die wordt gelegd op de persoonlijke verantwoordelijkheid, komen veel beslissingen en dilemma’s bij de mensen zelf te liggen.
  2. Ziekzijn kost veel tijd. Je bent er druk mee. Dat vraagt om rust, korte bezoeken van mensen, etc. We kunnen rustmomenten helpen inbouwen en bezoekers vriendelijk doch dringend voorstellen een andere keer terug te komen.
  3. Door de nadruk op persoonlijke verantwoordelijkheid kan mensen nalatigheid verweten worden: dat hun herstel sneller zou kunnen, als ze maar de juiste dingen deden of: als u dit beter had ingesmeerd had u nu niet zo’n pijn gehad, etc. Het is fijn als mensen steun en verdediging vinden bij gemeenteleden.
  4. Je kunt een bondgenoot zijn voor de kansarmen, door bijvoorbeeld te vertalen, vervoer te regelen en formulieren in te vullen.

Zijn met
Samuel Wells, dominee van de St Martin-in-the-Fieldskerk in Londen ontwikkelde een bruikbaar model voor hoe we er voor elkaar zijn in een samenleving zonder verzorgingsstaat. Wells onderscheidt vier manieren waarop je betrokken kunt zijn op andere mensen: werken voor, werken met, zijn voor en zijn met. Zonder de waarde van de overige drie uit te sluiten, is Wells’ stelling dat ‘zijn met’ de belangrijkste is. Volgens Wells vormen deze woorden de kern van het evangelie: God is met ons. Dat ‘zijn met’ (being with) is de kern van wat wij mensen verlangen. Dat er een Bondgenoot is en andere bondgenoten, die met je zijn als je door diepe dalen moet.

“Being with starts with people’s assets, not their deficits. It seeks never to do for them what they can perfectly well, perhaps with encouragement and support, do for themselves. But most importantly being with seeks to model the goal of all relationships: it sees problem-solving as a means to a perpetually-deferred end, and instead tries to live that end – enjoying people for their own sake.”

Meer lezen?

Machteld Huber (e.a.), Handboek Positieve Gezondheid in de huisartsenpraktijk: Samen werken aan betekenisvolle zorg, Houten, 2021
Samuel Wells, A Nazareth Manifesto: Being with God, 2015

 

cover nummer 2.JPG

Editie 2 - 2024

Lees meer Bekijk pagina

Schrijf je in voor de nieuwsbrief