Geloof in beweging

Jaarlijks wandelen duizenden mensen naar Santiago en vele andere bestemmingen. Pelgrimeren is hot en staat vol in de belangstelling. En terecht! In dit artikel geef ik een theologische onderbouwing waarom ik geloof in beweging. In pelgrimage, maar ook in rondtrekken of je lopend verplaatsen. Niet als leuk extraatje, maar als kern van geloof.

Nick Everts
Kerk en Theologie9

Stil zitten en luisteren!
Toen de processie (zelfs die binnen de kerkmuren) afgeschaft werd door de protestanten, leek religieuze inactiviteit maximaal verheven te zijn. Beweging werd voor kerkbezoekers beperkt tot het schuifelen naar je plek, doen van een duit in het zakje, staan op een gezet moment, trillen van de stembanden en vouwen van de handen. De predikers hadden iets meer bewegingsvrijheid, maar het hield niet over. Het leek alsof de kerk wilde zeggen dat als je innerlijk bewogen wilde worden, je zo min mogelijk moest bewegen. In ieder geval tijdens de kerkdienst.

Bewegelijke verhalen
Tegelijk klinken binnen die kerkdiensten Bijbelse verhalen die bomvol beweging staan. In het oerbegin zweeft Gods Geest al over de aarde en ontwerpt hij een tuin waar de mens in mag wandelen. Vervolgens moeten diverse personages op weg gaan, soms gedwongen en soms gestuurd. Zelfs een heel volk gaat op uittocht (exodus). Te midden van al die beweging trekt God mee of treedt hij de mens tegemoet. Daar gebeurt God. In het tweede testament wordt God zelfs gepresenteerd als een rondtrekkende rabbi. De mensen die inspiratie in hem vinden, worden ‘mensen van de weg’ genoemd (Handelingen 9:2). Een oudere aanduiding dan ‘christenen’. De bewegelijkheid zet zich voort in zendingsreizen en het bezoeken van religieuze plekken.

Jezus als weg
Dat onderweg-zijn meer is dan alleen een vaak terugkerend Bijbels verhaalelement, blijkt wat mij betreft uit de presentatie van Jezus als de weg, de waarheid en het leven. Johannes (h.14) schetst een dialoog tussen Jezus en een discipel die niet begrijpt waar Jezus heengaat en wat de weg tot God is. Jezus antwoordt dat hij die weg is en roept de discipelen op zijn weg te gaan. In de kerk gaat men daarbij vaak te gemakkelijk voorbij aan het fysieke aspect van deze navolging. De ‘mensen van de weg’ trokken vrij letterlijk in de voetsporen van Jezus. Doen wat Jezus deed, en nog meer…

Zij zijn onderweg en wij, de ‘mensen van de weg’, zouden hen daar ook kunnen ontmoeten.

Godspeed
Dit werd me eens temeer duidelijk toen ik de film Godspeed: The Pace of Being Known zag. In deze film verruilt een jonge priester het drukke leven in de stad voor een plattelandsparochie. Centraal in die film staat de ervaring van als je, net als Jezus, je binnen een klein gebied lopend verplaatst. Voor de priester was het een eyeopener dat het grootste gedeelte van Jezus’ leven zich op enkele kilometers heeft afgespeeld. Eén van de inzichten die hij opdoet is dat het lopen er niet alleen voor zorgt dat je meer waarneemt, maar dat mensen jou ook waarnemen en leren kennen. Daarop concludeert hij: “Geliefd worden maar niet gekend zijn, is geruststellend maar oppervlakkig. Bekend zijn en niet geliefd worden is onze grootste angst.”

Kennen en gekend worden
Iedereen die weleens een pelgrimage heeft gelopen, weet dat een pelgrimage confronterend kan zijn. Je komt jezelf tegen en kunt jezelf niet uit de weg gaan. Je zintuigen openen; je wordt ontvankelijker en sensitiever. Niet alleen richting jezelf, maar ook naar de ander. Op momenten dat je niet wegloopt voor werkelijke ontmoeting, kan je je laten kennen en overwin je wellicht de angst die de jonge priester ook trotseerde. De angst om niet geliefd te zijn, de angst voor afwijzing.

Waarom toch bang?
De angst voor afwijzing en de inactiviteit van de kerkdienst zie ik niet los van elkaar. Mijn vermoeden is dat het onder andere samenvalt met de fundamentele onzekerheid dat we niet weten waar het leven in Godsnaam heengaat en hoe de weg naar God of Zijn koninkrijk nou is. We zijn niet veel anders dan de discipel die maar moeilijk volgeling wil worden. We zijn bang om ondanks die onzekerheid op weg te gaan. Uit angst om de ander in de ogen te kijken of naast iemand te gaan staan, trekken we ons geruststellend terug.

Waarom toch?
Daar staat tegenover dat als we de stap toch durven wagen, we ontdekken dat het erop aankomt waar je heen gaat. Dat geloof misschien wel vooral gaat over wiens wegen je kruist of de plekken waar jij opstaat voor rechtvaardigheid en liefde. Dat het belangrijker is waar jij je voetstappen zet, dan wat er in jouw hoofd afspeelt. Zo hebben sommigen zonder het te weten engelen ontmoet of zijn ze goddelijk nabij, omdat ze anderen leren kennen en gekend durven worden.

Misschien helpt het ons ook om minder angstig te zijn als we weinig mensen zien in de kerk. Zij zijn onderweg en wij, de ‘mensen van de weg’, zouden hen daar ook kunnen ontmoeten.

 

Schrijf je in voor de nieuwsbrief