Die voor één blik het leven verloor
Tonko Ufkens
Poëzie1.JPG
Lots vrouw, William Hamo Thornycroft (1850-1925), 1877, Victoria & Albert Museum

De vrouw van Lot

 

En zijne huisvrouw zag om van hem;

en zij werd een zoutpilaar.

– Genesis

 

En zie, de rechtvaardige werd door Gods bode,

Groots, stralend, door ’t zwarte gebergte geleid,

Maar angst sprak zijn vrouw aan en leek haar te noden:

’Je kunt nu nog omzien, er is nu nog tijd,

 

Kijk om naar jouw Sodom, naar ’t rood van de torens,

De hof waar je spon, waar je zong op het plein,

Naar ’t huis waar je kinderen werden geboren,

Waarvan nu de ramen al uitgedoofd zijn.’

 

Ze keek, en geketend door doodlijke pijnen

Verloor ze het licht in haar ogen. Terstond

Werd zij tot een zoutpilaar, wit en doorschijnend,

Haar voeten, eens rap, groeiden vast aan de grond.

 

Wie zal deze vrouw in de toekomst bewenen,

Wat stelde haar ondergang eigenlijk voor?

Mijn hart zal haar nimmer vergeten, degene

Die omzag, voor één blik het leven verloor.

 

24 februari 1924

 

Anna Achmatova (1899-1966), uit: Gedichten, uitgeverij Van Oorschot, Amsterdam 2023

 

Het gedicht ‘De vrouw van Lot’ is zo’n honderd jaar geleden geschreven door de Russische dichteres Anna Achmatova (1899-1966). Zij werd geboren in een dorp vlakbij Odessa – nu de belangrijkste havenstad van Oekraïne – en ze overleed in een verpleeghuis in de buurt van Moskou. Honderden prachtige gedichten schreef ze, en dat in de jaren rond de Eerste en daarna de Tweede Wereldoorlog, de jaren rond de Russische Revolutie en de terreur van Stalin. Gebeurtenissen die als een donkere wolk over haar leven hingen: Haar eerste man werd gefusilleerd en haar laatste man stierf in een strafkamp – haar zoon werd jarenlang gevangengehouden en zelf werd ze verstoten uit de Schrijversbond.

Toch bleef ze gedichten schrijven. Ruim driehonderd zijn in 2007 in een Russisch-Nederlandse editie verschenen, de Nederlandse vertaling is van Margriet Berg en Marja Wiebes. Deze zomer verscheen de ééntalige Nederlandse heruitgave bij Van Oorschot.

Het gedicht ‘De vrouw van Lot’ is in 1924 geschreven, honderd jaar geleden, toen Anna Achmatova zelf zo’n vijfentwintig jaar oud was.

De vrouw van Lot
In het bijbelboek Genesis wordt zo nu en dan verteld over Lot, de neef van Abraham; hij trok mee naar het beloofde land, hij ging later in de Jordaanvallei wonen, hij werd door Abraham uit gevangenschap bevrijd. Maar vooral, Lot is één van de hoofdpersonen in het verhaal van de verwoesting van de steden Sodom en Gomorra.

In Genesis 19 wordt de vlucht uit Sodom als een spannende film beschreven: “Zodra het licht begon te worden zetten de engelen Lot aan tot spoed: ‘vlug, ga hier weg met uw vrouw en uw twee dochters…’ Toen Lot aarzelde, grepen de mannen hem en zijn vrouw en zijn twee dochters bij de hand, omdat de HEER hem wilde sparen, en ze trokken hem mee de stad uit. Pas buiten de stad bleven ze staan. Toen zei een van hen: ‘Vlucht, uw leven is in gevaar! Kijk niet om en sta nergens in de vallei stil.’”

Ongeveer op dit punt begint het gedicht van Anna Achmatova. Het is een liefdevol, een begrijpend gedicht. Vaak wordt de vrouw van Lot gezien als iemand die nog met één been in de zondige stad Sodom staat, als iemand die haar redding maar amper accepteert, als een kleingelovige – om dat woord eens te gebruiken – die misschien juist daarom ook gestraft wordt.

Maar zo wordt ze niet gezien en beschreven door dichteres Anna Achmatova, nee, integendeel: de vrouw van Lot wordt liefdevol beschreven als een mens van vlees en bloed. Als een mens die doet wat alle mensen zouden doen: omkijken.

cover nummer 1.JPG

Editie 1 - 2024

Lees meer Bekijk pagina

Schrijf je in voor de nieuwsbrief