De kwetsbare gemeente
Interview met regiopredikant Heleen Maat

De Classis Groningen-Drenthe telt meer dan tweehonderd kerkelijke gemeenten. Het merendeel is kwetsbaar, zo was de conclusie van de classispredikant, nadat hij vele kerkenraden, soms samen met de voorzitter van de classis, had bezocht: ze zijn klein van omvang, hebben moeite om de kerkenraad bezet te houden en het ontbreekt ze in een aantal gevallen aan voldoende financiële middelen. We gaan nu iets doen, zei hij, we wachten niet op de landelijke kerk en op kerkordelijke aanpassingen. We moeten de zaak zo organiseren dat kwetsbare gemeenten voort kunnen en niet bezwijken onder te weinig bestuurskracht en zorgen over het beheer van de middelen.

Pieter Bootsma
Stadjer7
Ds. Heleen Maat. Foto: Anjo de Haan

Het leidt in november 2022 tot het aanstellen door de classis van een regiopredikant, een tot nu uniek initiatief in de PKN. Deze krijgt tot taak de samenwerking tussen de gemeenten te bevorderen met het oog op het in stand houden van de vierplekken en de kerkelijke gemeenschappen in de dorpen. De classis zorgt zelf voor de financiering van de predikantsplaats, onder meer door op fondsen een beroep te doen, elke gemeente van de classis om een bijdrage van honderd euro te vragen en de gemeenten die door de regiopredikant worden ondersteund een bijdrage van duizend euro te laten betalen.

Regiopredikant Heleen Maat
De per 1 november 2022 tot regiopredikant aangestelde ds. Heleen Maat is opgegroeid op het Hogeland en studeert in Stad zowel biologie als theologie. Haar beide masters haalt ze in 1992 en 1995, waarna ze beroepen wordt te Munnekezijl en aanvangt met haar promotie in de theologie. Het proefschrift betreft een godsdienstfilosofische studie naar de vraag of je kunt zeggen dat alle godsdiensten toch uiteindelijk over hetzelfde gaan, een vraag die populair was in de tolerante jaren ’90. Het promotieonderzoek heeft tot conclusie dat zulks niet het geval is.

Maat: “Ik ben een analytisch theoloog: ik kom op de vraag af hoe de dingen in elkaar zitten. Ik kijk naar wat mensen in de kerk met elkaar doen en wat ze beweren.” Momenteel stilt ze haar intellectuele honger met een studie klassieke talen. “Hoe actueel is wat je dan tegenkomt. We lezen op college nu Tacitus, die schrijft over de brand van Rome in de eerste eeuw. De christenen functioneren op aanwijzing van keizer Nero als de zondebok van de ramp. Zoals vandaag de dag de asielzoekers de zondebok zijn voor wat misgaat in de samenleving.”

In 2008 volgt haar beroep naar Warffum en in 2016 naar Aduard. “Als gemeentepredikant heb ik gezien wat het geloof voor mensen betekent, maar ook gezien dat het geloof uit het blikveld van mensen verdwijnt. En waarom het ertoe doet dat er een kerk is in de samenleving. Mijn werk als regiopredikant heeft alles te maken met de vraag hoe we regelen dat er voor de christelijke traditie ruimte blijft. Dat vergt ook het nodige bestuurlijke werk. Voor dat aspect van mijn baan kwam het goed uit dat ik ook de tweejarige opleiding tot interimpredikant heb gedaan, die voorbereidt op een tijdelijk predikantschap in een gemeente waar zich geschillen voordoen.”

De aanpak
Maat: "De start ligt bij de classispredikant. Hij – sinds 1 januari zij – heeft het overzicht over de gemeenten en roept gemeenten bijeen om over hun situatie te praten. Het kan voor kwetsbare gemeenten een opluchting zijn dat ze worden gevraagd tot een netwerk toe te treden. Ik kom dan vervolgens langs om met de betrokken gemeenten aan de slag te gaan. Wat ook voorkomt, is dat gemeenten zelf aan de bel trekken: wil je helpen bij het opstellen van een stappenplan en een tijdpad? Er zijn ook gemeenten die niet willen praten over deelname aan een netwerk. Dat kan ook, geen gemeente kan worden gedwongen. Als de zaak eenmaal draait laten we het netwerk weer los. We lopen niet tot Sint Juttemis mee.

"We zijn als een experiment begonnen. Tot onze verrassing loopt het heel goed. We hebben nu vijftien samenwerkingsverbanden van verschillende grootte, in verschillende stadia van ontwikkeling en in allerlei vorm aan de gang. Ik vind dat bij één netwerk hoogstens acht gemeenten moeten zijn betrokken. Anders wordt het onoverzichtelijk.

“Ik begin altijd de aan de tafel genodigde gemeenten te vragen hoe het met ieder is, welke problemen ervaren worden en waar het vuur bij de deelnemers brandt. Vervolgens gaan we praten over de vraag hoe we de dingen zo kunnen inrichten dat we kunnen toekomen aan de zaken van het geloof. Ik heb hier van tevoren geen plan voor. In de classis bestaat over die inrichting in zijn beleidsplan wel een beeld, dat van een aantal regionale steunpunten ten behoeve van een aantal vierplekken of gemeenten. Bij die steunpunten kunnen de meeste bestuurs- en beheerstaken van de gemeentes worden ondergebracht. Hoe dat zou moeten, wordt steeds kritisch getoetst. In mijn werk beoefen ik een balans tussen laten gebeuren wat er wordt geopperd door de gemeenten en wat de classis aan de opbouw van gemeentelijke netwerken voor ogen heeft.”

Het perspectief
Waar Maat in haar werk mee bezig is, betreft met name het perspectief van een oplossing van de bestuurlijke problemen van de gemeenten. Maar in haar eerste jaarverslag dat in november 2023 uitkwam, doet ze ook een theologische verkenning. Ze constateert: “De eigen geloofsbeleving staat voor veel gemeenteleden centraal. Sluit die niet meer aan bij de sfeer en wijze van vieren in de gemeente, dan voelt men zich niet verplicht om te blijven omwille van de gemeente.” Op mijn vraag hoe dit zal uitwerken op de toekomst van de gemeenten, zegt Maat dat we hier niks aan kunnen doen. Alleen, “zowel traditionele gelovigen als postmoderne zoekers hebben bronnen nodig om hun geloofsovertuiging vorm en inhoud te geven; mensen zoeken naar religieus onderdak. Inhoudelijke vragen moeten daarom niet naar de achtergrond verdwijnen – daar komt men juist voor naar de kerk.”

Voorkant nummer 7.JPG

Editie 7 - 2024

Lees meer Bekijk pagina

Schrijf je in voor de nieuwsbrief