De Dorpskerk, het kloppend hart van Haren, 800 jaar

Als u, lezer, het navolgende leest zijn de feestelijkheden waarop mijn gesprekspartners zich verheugen en die wij in de rubriek Agenda in Kerk en Stad hebben aangekondigd al achter de rug. Het is op 14 en 15 mei feest in Haren en predikant Arlette Toornstra en scriba Dineke Prince van de hervormde gemeente van Haren-Onnen vertellen over de plannen die gemaakt zijn om het 800-jarig bestaan van de Dorpskerk te vieren.

Pieter Bootsma
Kerk en Samenleving10 - Arlette Toornstra en Dineke Prince
Arlette Toornstra (l) en Dineke Prince. Foto: Huib van der Burg

Prince hoopt dat de dorpsbewoners en met name hun kinderen zich op de zaterdag massaal zullen overgeven aan zwaardvechten, boogschieten, de schandpaal, de verhalenverteller, het wagenspel en de kalligrafie, activiteiten die in de Middeleeuwen kennelijk in zwang waren in Haren. De pastoor van Haren, van origine historicus, zal reflecteren op de 800 jaar dat Haren beschikt over een kerkgebouw. Het moet een waar buurtfeest worden waar iedereen zich welkom moet voelen en aan tafel gaat voor soep en brood. Op zondag 15 mei vindt een oecumenische dankdienst plaats in de Dorpskerk. De voorbede zal worden verzorgd door de voorgangers van de oudste kerken in Haren, de katholieke, de doopsgezinde en de hervormde kerk. Vertegenwoordigers van alle kerken in Haren zullen aan het slot van de oecumenische dienst met het uitspreken van een gebedsintentie een kaars aansteken.

Een gebouw dat tot vroomheid inspireert
Toornstra: “Dat een jubileum van het kerkgebouw wordt herdacht past wel bij de hervormden. Ik ben van huis uit gereformeerd en niet opgegroeid met een gebouw dat tot vroomheid inspireert. Dat heb ik hier geleerd. De gemeente krijgt als het ware iets mee van de al eeuwenlang in de Dorpskerk uitgesproken woorden en gebeden.”

De uitnodiging aan alle inwoners om mee te vieren met het feest wil uitdrukking geven aan de positie van de Dorpskerk in het midden van het dorp als centrum van het dorpsleven, “als het kloppend hart van Haren” zoals dat graag gezegd wordt door de gebruiker van de kerk, de hervormde gemeente. Daarbij past de uitnodigende opstelling die de hervormden nastreven in de Harense gemeenschap. Die opstelling blijkt uit de verspreiding – voor zover de aanduiding op de postbus dat niet verhindert – onder alle inwoners van Haren, Onnen, Glimmen en Noordlaren van de glossy waarin 26 schrijvers zich uiten over troost, zingeving en vreugde die het bezoeken van de Dorpskerk hun heeft gegeven. Die opstelling blijkt ook uit de diaconale actie, samen met de gereformeerde kerk van Haren, ten behoeve van de inwoners van Haren en Groningen die ten gevolge van de gestegen prijzen van de energie en de levensbehoeften in de problemen zijn gekomen.

De geschiedenis
Als ik vraag naar markante momenten die zich in de geschiedenis van de Dorpskerk hebben voorgedaan, verwijzen Arlette Toornstra en Dineke Prince naar Abraham Trommius en de bisschop van Münster. Trommius is van 1657 tot 1671 predikant te Haren geweest en heeft hier de tijd gevonden om het grootste deel zijn befaamde concordantie op de Bijbel te schrijven, het woordregister dat vele predikanten tot stut en steun is geweest (en misschien nog is) bij de voorbereiding van hun preken. Hij ontsnapte net op tijd aan de bisschop van Münster die in 1672 zijn hoofdkwartier in de kerk van Haren vestigde, een man die met evenveel gemak de geestelijke als de militaire wapenrusting droeg, zowel voor de uitbreiding van het grondgebied van zijn prins-bisdom als van zijn kerk. Toen Lodewijk XIV zijn bondgenoot ontmoette om de vernietiging van de Republiek voor te bereiden, nodigde de koning hem in afwachting van de overwinning uit om alvast een Te Deum op te dragen. Het heeft hen niet mogen baten.

Corona
Is de aanleiding tot het feest dat de Dorpskerk vermoedelijk 800 jaar geleden is gebouwd, men voelt ook behoefte aan een feest na de twee coronajaren waaronder het kerkelijk leven geleden heeft. Kerkdiensten konden vaak niet worden bezocht en de Harense kerkgangers moesten zich behelpen met een radioverbinding met de viering in een heel beperkte kring in de kerk waarbij het zingen door zes personen werd verzorgd. Toornstra: “Aan beeldverbinding deden we niet; daarvoor hadden we te weinig technisch onderlegde mensen in onze gemeente. De ouderlingen hebben gezorgd voor telefonische bezoeken aan onze kwetsbare gemeenteleden. We zijn inmiddels twee jaar ouder geworden met zijn allen en we hebben gemerkt dat niet iedereen nog terug is in de kerk. Maar voor de kerkelijke bijdrage van de gemeenteleden is de onderbreking geen probleem gebleken.”

Twee kerken aan de Kerkstraat
Aan de Harense Kerkstraat liggen twee kerkgebouwen die elk een kerkelijke gemeente huisvesten die deel uitmaken van dezelfde landelijke kerk, de Protestantse Kerk in Nederland. Een dergelijke situatie die kerkordelijk is toegestaan doet zich in de regel voor als theologische verschillen tussen gemeenten vooralsnog niet zijn te overbruggen. Maar dat is in Haren niet het geval. Het samengaan wordt verhinderd door de culturele verschillen tussen de gemeente.

“Iemand die de eredienst in de gereformeerde kerk voor de eerste maal bezoekt zal door een ontvangstcommissie worden ontvangen en naar zijn plaats worden geleid. In de hervormde kerk zal hij zelf, na te zijn verwelkomd, zijn plaats zoeken en dan op de achterste bank plaatsnemen. Ach, het zit hem in kleine dingen, die verschillen, maar het is een uitdaging om daar goed mee om te gaan,” zegt Dineke Prince. Overigens kennen de beide gemeenten een gezamenlijke diaconie, gezamenlijk jeugdwerk en gezamenlijke diensten in de zomerperiode. In het beleidsplan 2022-2026 van de hervormde gemeente Haren-Onnen wordt gesproken van de “functionele samenwerking” van de beide gemeenten. Arlette Toornstra heeft het gevoel dat de samenwerking inmiddels wel wat verder moet reiken. “Het tij voor de kerkelijke gemeenten is ongunstig. Zij die het kerkelijk werk dragen zijn oud geworden. De middengroep qua leeftijd missen we terwijl we die zo nodig hebben om de ontmoeting van de oudere kerkleden, bijvoorbeeld rond de maaltijd één keer in de maand, te organiseren.”

Het beleidsplan van de hervormde gemeente
De toon van het plan klinkt bescheiden en is van een aangename nuchterheid: “Vanzelfsprekendheden staan minder dan vroeger ‘in beton gegoten’, er is plaats gekomen voor vragen en aarzelingen. Wij weten dat niet op alle vragen antwoorden te geven zijn maar wel dat we met elkaar in lankmoedigheid zinvol kunnen leven en iets van Gods bedoelingen in onze tijd kunnen herkennen en zichtbaar maken” staat in de paragraaf over ‘uitgangspunten en visie’ (p. 1) te lezen. Centraal probleem van de gemeente – dominee Toornstra zei het ook in ons gesprek – is dat de actieve kern vergrijst en het aantal vrijwilligers afneemt. Men moet op zoek naar nieuwe mensen en, daarmee samenhangend, nieuwe vormen. De paragraaf ‘Een naar buiten gerichte gemeenschap’ probeert hiertoe de deur voorzichtig te openen. Er wordt gerefereerd aan de brede belangstelling “niet alleen uit onze eigen kring” voor de activiteiten van Vorming en Toerusting. De serie ‘luisteren naar elkaar’ was zeer succesvol. Interessant is de suggestie om een werkgroep communicatie in te stellen die zich niet richt op de onderlinge communicatie in de gemeente “maar op communicatiemethoden die ertoe zouden kunnen bijdragen om verbinding te leggen met groepen die nu buiten ons gezichtsveld vallen.”

Schrijf je in voor de nieuwsbrief