Credo

Bewapening lijkt nog het enige antwoord te zijn op de dreiging vanuit Rusland. Toch zijn er in de geschiedenis ook andere krachtige antwoorden geweest. In 1968 zette een muzikale geloofsbelijdenis van de Estse componist Arvo Pärt het concertgebouw van Talinn gevuld met jongeren op zijn kop. Ook al zou werkelijke zelfstandigheid nog 23 jaar op zich laten wachten, voor hen begon op dat moment de bevrijding.

Ds. Jan Willem Nieboer
Bij de Tijd8
Arvo Pärt met zijn vrouw Nora in 2012. Foto: Rene Riisalu, Presidendi kantselei / Office of the President, CC BY-SA 3.0

Sindsdien is het Credo van Arvo Pärt een muzikaal monument voor de omwentelende kracht van christelijk geloof. Het is geen stuk om te beluisteren, maar om te ondergaan. Juist nu is dat een onverwachte, hoopvolle paaservaring. Ik heb het stuk ontdekt door het boek Baltische zielen, van Jan Brokken. Op YouTube is een bijzondere registratie te vinden onder leiding van de dirigent Tönu Kaljuste.

Het Credo van Pärt is bewonderenswaardig kort van tekst. Slechts 21 Latijnse woorden. Het is een persoonlijke geloofsbelijdenis, maar het persoonlijke en universele blijken soms hand in hand te gaan. Het stuk is bovendien een sleutelstuk in het werk van Pärt. Het vat zijn muzikale zoektocht tot dan toe samen en het vormt de basis van alles wat hij daarna nog zou schrijven.

De eerste klanken zijn zacht en intiem. ‘Ik geloof’, zingt het koor twee keer bijna fluisterend. Daarna overtuigt het zichzelf ferm en massaal: ‘Ik geloof in Jezus Christus’. Alsof het uit de kast komt. Door luid en duidelijk positie te kiezen is er geen weg terug. De piano neemt het over en speelt een vertrouwd thema: Bach, Prelude in C van het Wohltemperierte Klavier. Ik hoor er iets van verlangen in naar zuiverheid en rust, alsof we rechtstreeks de grazige weiden van Psalm 23 binnenwandelen.

Maar dan gebeurt het. Een paukenroffel en trompetgeschal. Militaire laarzen marcheren over het groene gras. ‘Oog om oog, tand om tand,’ zingt het koor en de sfeer verandert compleet. Vierkante signaalnoten trekken alle ronde en zachte vormen recht en de piano lijkt op hol te slaan. Langzaam maar zeker barst er een bijna gewelddadige klankorgie los waarin de wraakzuchtige woorden ‘oog om oog’ en ‘tand om tand’ bijtend hun puntige gelijk halen. Ik heb me laten vertellen dat Arvo Pärt deze klankorgie bijna wiskundig uitgewerkt heeft volgens het twaalftoonssysteem. Die mathematische precisie maakt het voor mij zo mogelijk nog beangstigender.

Alleen wie goed geluisterd heeft, heeft gehoord dat het koor voorafgaand aan deze wraakzuchtige woorden zong: ‘U hebt gehoord dat tegen de ouden gezegd is…’ Woorden uit de Bergrede van Jezus (Mattheüs 5:38). Daarmee wordt die imponerende muur van klank, hoe overdonderend ook, vanaf het allereerste begin ondergraven: ‘U hebt gehoord dat tot de ouden gezegd is oog om oog, tand om tand.’ Met andere woorden: deze gezwollen, oorverdovende oorlogsretoriek heeft haar eigen graf al gegraven.

Op het moment dat horen en zien je vergaan duikt als een diepe, aanhoudende bastoon, de grondtoon C uit het eerste deel weer op. Tegen het geweld in zingt het koor de rest van de zin uit de Bergrede: ‘Maar ik heb gezegd je zult kwaad niet met kwaad vergelden.’ Langzaamaan keert de rust weer en hervindt de piano de noten van het begin. Nog twee keer zingt het koor vol overtuiging ‘ik geloof’ waarna de pianist iedere C van laag tot hoog een voor een laat klinken. De C van Credo en bovenal de C van Christus waarin de wereld haar rust gevonden heeft.

Naar aanleiding van Baltische zielen door Jan Brokken (Amsterdam: Atlas Contact, 2010), hoofdstuk 12, p. 308-347

Credo is te beluisteren op YouTube via link: bit.ly/credo-arvo

voorkant nummer 8.JPG

Editie 8 - 2024

Lees meer Bekijk pagina

Schrijf je in voor de nieuwsbrief