Aleksandra
Reinder de Jager

Lisa Weeda is van moederskant van Oekraïense afkomst, en verhaalt in deze roman over de wederwaardigheden van deze familie in de afgelopen eeuw. De roman is gepubliceerd in oktober 2021 – dus vóór de meest recente ‘speciale militaire operatie’ in Oekraïne (zoals Poetin het graag benoemt), maar natuurlijk ná de annexatie van de Krim in 2014, en ná het uitroepen van de ‘zelfstandige’ volksrepublieken Loegansk en Donetsk. Daarmee geeft de roman een behoorlijk actuele en, voor zover ik kon nagaan, accurate inkijk in de bijzonder woelige geschiedenis van dit land. Maar is hij daarmee in mijn ogen ook als roman geslaagd?

Eerlijk gezegd: het duizelt me nog. Ik houd eigenlijk niet van boeken waar achterin een stamboom staat en een kaart van het gebied – zeker als ik de roman als e-book lees, is dat heel lastig. Je bladert dan niet heel makkelijk naar de stamboom en van de stamboom weer terug naar het verhaal. En dan: in een paar bladzijden kan het vertelperspectief wel ‘–tig’ keer veranderen: dan is de overgrootvader aan het woord, dan weer een neef, dan de grootmoeder. Het verhaal dat verteld wordt, kolkt en gaat alle kanten op en is daarmee een goede afspiegeling van de turbulente geschiedenis, dat moet gezegd.

En dan is er nog iets. Het verhaal begint in medias res, bij de grensovergang tussen Oekraïne en pas uitgeroepen volksrepubliek Loegansk. De vertelster, Lisa, gaat in opdracht van de vierennegentig jaar oude grootmoeder Aleksandra op zoek naar haar oom, Aleksandra’s zoon, Kolja. Ze heeft de geborduurde stamboom bij zich waarin in rood de levenslijnen weergegeven zijn, en in zwart de droevige gebeurtenissen. Bij de grenspost wordt ze tegengehouden door een Oekraïense soldaat – over de wrakke brug heen kan hij haar veiligheid in het opstandige gebied niet garanderen. De ik-persoon maakt gebruik van de verwarring als iemand anders in het nabijgelegen veld op een mijn stapt, en rent de grens over. Ze wordt geroepen, door haar in 1953 reeds overleden overgrootvader, vanuit een gigantische ‘kathedraal’? ‘burcht’? uit de Sovjettijd, midden in het gele graanveld. Als u nu denkt: ‘maar dat kan toch helemaal niet?’ dan kan ik u geen ongelijk geven.

Deze bucht heet in het boek ‘het paleis van de verloren Don Kozak’ en is een magisch element. Daarin tuimelt de vertelster terug in de tijd, het is het niemandsland, zo u wilt een soort van vagevuur tussen heden en verleden. Zij ontmoet er haar overgrootvader, die verhaalt over de reis van Aleksandra naar een werkkamp in Duitsland, in 1942. Maar ook ontmoeten we andere familieleden, die in meer recente geschiedenis bijvoorbeeld vertellen hoe de volksraadpleging in Loegansk met wapens in het voordeel van Russisch-gezinde separatisten omgebogen werd. Deze literaire tour-de-force deed mij in de verte wel denken aan hetzelfde procedé waar Isabel Allende zich van bedient: felrealistische verhalen in een magische wereld.

Dat magische – ik moet zeggen, ik had er wat moeite mee – biedt wel de opening naar het vertellen van heel die geschiedenis: hoe Oekraïne steeds onder de geschiedenis doorschuift, van Duitse tot Sovjetbezetting; naar een land waarin mensen ‘gewoon’ willen léven, hun brood verdienen van dag tot dag. Duizelingwekkend, verwarrend, ingewikkeld – allemaal waar. Maar uiteindelijk: een magistrale vertelling.

Boekbespreking9

Lisa Weeda, Aleksandra
Amsterdam: De Bezige Bij, 2021
ISBN: 978 94 031 3081 1 | € 22,99

 

cover nummer 9.PNG

Editie 9 - 2022

Lees meer Bekijk pagina

Schrijf je in voor de nieuwsbrief