Een van de aangrijpendste werken uit de muziekgeschiedenis
Jelte Hulzebos over dertig jaar Bachcantates dirigeren

“Het uitvoeren van de Hohe Messe blijft een uitdaging”, zegt Jelte Hulzebos, nu hij zich daarop voor de derde keer in zijn carrière op voorbereidt. Hij doet dat met zo’n dertig koorzangers, een orkest van 25 instrumentalisten en vier solozangers. Eigenlijk zijn er vijf solopartijen maar altus Vincent van Laar zal naast de altpartij ook een van de sopraanpartijen voor zijn rekening nemen. De uitvoering op 5 februari in de Nieuwe Kerk markeert het feit dat de cantatediensten hun dertigste jaar zijn ingegaan.

Pieter Bootsma
Stadjer2
Jelte Hulzebos

Hulzebos wilde toen hij jong was maar één ding: muziek maken. “Ik heb nooit in dubio gestaan wat ik wilde worden.” In de laatste fase van zijn middelbare school deed hij de vooropleiding van het conservatorium. Het orgel was zijn instrument en Wim van Beek zijn leermeester, ook op het conservatorium. Kerkmuziek koos hij als bijvak. Zijn volgende studie werd het klavecimbel en daarna kwam de opleiding voor orkestdirectie te Zwolle. “In koordirectie ben ik selfmade, afgezien van een zomercursus koordirectie van enkele weken.”

Cantatediensten
Vijftig jaar geleden werd Hulzebos organist van de inmiddels afgebroken Westerkerk. Maar zijn grote passie zou het uitvoeren van cantates worden, met name van Bach, waarmee hij dertig jaar geleden begon. Die passie komt voort uit de muzikale inhoud van de cantates maar is ook een gevolg van de plek waar ze worden uitgevoerd. Hulzebos: “De Nieuwe Kerk leent zich goed voor cantates want ze zijn bedoeld om in de kerkdienst te worden uitgevoerd.” Uitgangspunt bij de cantate is de tekst die zo goed mogelijk moet worden gezongen. De componist die in dienst is van de kerk (of het hof) moet Gods Woord vertolken. Bach heeft de dogma’s van zijn tijd in muziek ‘vertaald’ zodat de kerkgangers van hun betekenis doordrongen raakten. Wat er verder in de kerkdienst gebeurt moet een goede aanvulling zijn op wat de mensen door de muziek ervaren.

Het begin
“Bij het samengaan van de gereformeerde Westerkerk-gemeente en de hervormde Nieuwe Kerk-gemeente wilden de gereformeerden graag de zondagmiddagdienst voortzetten. Toen de belangstelling hiervoor verflauwde heb ik samen met Klaas Knol, lid van de middagdienstencommissie, het plan van een maandelijkse cantatedienst op de zondagmiddag ontwikkeld. Uit een klein koor dat ik leidde is toen het ‘Cantate Consort’ ontstaan dat mensen met koorervaring aantrok. Ze zingen vaak ook in een ander koor, mensen voor wie zingen hun lust en hun leven is. De instrumentalisten betrok ik van het NFO en van de betere studenten van het conservatorium. Maar ik wilde de authentieke kant op en dus zocht ik musici op – meest in het Westen – die bekwaam waren in het uitvoeren van barokmuziek. Wat de solisten betreft bood ik regionale talenten de kans op een podium.”

De voorbereiding
“De maandelijkse cantatedienst heeft tot gevolg dat er vier weken beschikbaar zijn om met het koor te repeteren. Op de zondagmiddag van de uitvoering repeteren we tussen 14:00 en 16:30 uur met de instrumentalisten, de solisten en het koor. De uitvoering om 17:00 uur is de eerste en tevens de enige doorloop van de cantate. Er moet dus snel worden gestudeerd. Eigenlijk is deze praktijk heel authentiek. Bij Bach was zelfs de inkt van de compositie nog niet droog of er werd al uitgevoerd. Na de uitvoering stop ik de beroepsmusici een envelopje met de beloning toe. Dat vind ik wel lastig. Er zit altijd te weinig in voor wat ze presteren. Ze houden gelukkig veel van Bach. Het zijn gepassioneerde mensen. En ik zorg ervoor dat ze het aangenaam vinden om met ons te werken.”

Het werk van de dirigent
"Ik ben eigenlijk elke dag wel met de cantates bezig. Alleen al het samenstellen van het jaarprogramma kost me veel werk. Er moet van alles gepast en gemeten en dat niet alleen op het muzikale vlak: In het programma moet afwisseling zitten, er moet rekening gehouden worden met het kerkelijk jaar, met de beschikbaarheid van de beroepsmusici – Kerst en Pasen zijn hun topmomenten – en met het beschikbare budget. Ik regel bij elke cantate de solisten en de instrumentalisten en neem contact op met de voorgaande predikanten die ik input geef over de cantate die wordt uitgevoerd. Ik schrijf ook de inleiding in de orde van dienst en maak afspraken met het koor. Conclusie: ik doe enorm veel.

“Maar ik krijg ook hulp. Ik word terzijde gestaan door een commissie die voor de PR zorgt en de penningen beheert. Drie keer per jaar praten we over de begroting en bedenken we hoe we de zaak weer rond zullen krijgen. We krijgen geld van de donateurs, van de collecte, van de koorleden en van de kerk. Ach, het is heel eenvoudig van opzet. Als ik hulp nodig heb zijn er mensen die mij die hulp verschaffen. Hoe lang ik nog doorga? Er zijn in de afgelopen dertig jaar zo’n 75 cantates van Bach uitgevoerd. Hij schreef er zo’n 200. Ik moet dus nog wel even. En ik heb er altijd weer veel zin in.”

De Hohe Messe
"De naam van de compositie is niet van Bach. Die is in zwang gekomen in de negentiende eeuw toen het werk werd uitgegeven. De lutherse mis kent het Kyrie en het Gloria. Wat later heeft Bach er andere onderdelen als het Credo en het Sanctus aan toegevoegd. Hij heeft gebruik gemaakt van de katholieke mistekst met hier en daar kleine tekstwijzigingen. Bach heeft zelf de Hohe Messe nooit uitgevoerd. Voor wie en voor welke gelegenheid hij het werk heeft gecomponeerd is onbekend gebleven. Korte tijd na de voltooiing overleed hij.

“Wat de compositie betreft: alles wat je aan muziekstijlen bij Bach kunt tegenkomen heeft hij samengebracht in de Hohe Messe. Maar ondanks de vele stijlen en de variatie in klankkleur kent het werk een enorme eenheid. De rijkdom van symboliek, het technisch vernuft dat aan het werk ten grondslag ligt, de emotie die het oproept – de Hohe Messe is een van de belangrijkste en aangrijpendste werken uit de muziekgeschiedenis.”

Voorpagina nummer 2.JPG

Editie 2 - 2023

Lees meer Bekijk pagina

Schrijf je in voor de nieuwsbrief